De ICT-sector meldt meer dan 4.000 vacatures die niet vervuld kunnen worden. Hbo-ers zijn ontevreden met hun werk binnen de ICT. Studenten met een ICT-opleiding op mbo-niveau kunnen geen baan krijgen. Uit onzekerheid kiezen werkgevers “dan maar een hbo-er”. Onderwijs-inflatie is een nodeloos dure oplossing. Hoe kan het beter?
Tijdens de bijeenkomst van de Economic Board Utrecht vorige week meldde de ICT-sector dat er meer dan 4.000 ICT-vacatures zijn die niet vervuld kunnen worden. En dit aantal neemt nog toe. Nu is er wel iets af te dingen op dit bericht. De salarissen blijken niet te stijgen. En als de prijs niet stijgt, is er dan wel een tekort op de markt?
Veel opvallender vind ik de trend dat al die vacatures op hbo-niveau zijn, of hoger. Voor mbo-ers is blijkbaar geen plaats. Het aantal werkloze ICT-ers op mbo-niveau neemt toe. Verdringen hbo-ers de mbo-ers op de ICT-markt? Waar komt dit door?
Ontevreden werknemers
Wat vinden de werknemers in de sector? Daar wordt alleen en marge van de bijeenkomst over gesproken. De ICT-sector kent een zware productiedruk. Met al die technologische vernieuwingen moet je wel bij blijven. Klanten vragen meer, en vooral sneller.
Veel werknemers, juist op hbo-niveau, ervaren deze druk als té hoog. Het werk is te veel routinematig, en daarmee onder hun niveau. Zo ervaren zij dat althans. Het gevolg is dat zij willen doorgroeien naar adviesfuncties en leidinggevende functies om de werkdruk van het routinematig werken te vermijden.
Perceptie
Waarom kiezen werkgevers nu juist hoger opgeleide werknemers voor routinematig werk? Perceptie en onzekerheid zijn daarvan de oorzaak.
Dat hbo-ers snel doorstromen wordt niet als een probleem ervaren. Het verlangen naar doorgroei wordt als ambitie gelabeld, dus positief. De onderliggende reden, het verlangen om weg te komen van de productiedruk, wordt niet herkend.
Veel werkgevers hebben geen positief beeld van het mbo. En veel werkgevers hebben zelf een hbo-opleiding of hoger. Als je beeld van het mbo niet positief is dan kies je voor iemand van jouw (opleidings) niveau. Dit is het zogenaamde horn-en-halo-effect.
Onzekere werkgevers
Van werkgevers wordt vaak verwacht dat zij de wijsheid in pacht hebben, dat zij het weten en dat zij richting kunnen geven. Dit is een misvatting, daar zijn werkgevers en ondernemers zich zeer van bewust. In deze tijd van snelle technische en maatschappelijke veranderingen is geen eenduidige richting aan te geven.
Daarom kiezen werkgevers voor flexibiliteit. Flexibiliteit op de arbeidsmarkt in de vorm van tijdelijke arbeidskrachten en ver-zzp-ing kent iedereen. Wat vaak niet herkend wordt is dat de verdringing van mbo-ers door hbo-ers ook een vorm van flexibilisering is. Hbo-ers stromen toch snel door en hun vaardigheden komen overal tot zijn recht, is de onderliggende gedachte.
De situatie in de ICT-sector staat niet op zichzelf. Hetzelfde geldt in vele andere sectoren van de arbeidsmarkt. Werkgevers bieden mbo-werkzaamheden en verlangen medewerkers met een attitude op hbo-niveau.
Dit is de kern van het probleem, en ook van de oplossing.
Het mbo heeft zich de afgelopen jaren steeds meer ontwikkeld tot een vooropleiding voor het hbo. Bij sommige opleidingen stroomt meer dan 70% door naar het hbo! Op die manier is iemand met alleen een mbo-opleiding een persoon die het hbo blijkbaar niet aankan. Zo krijgt het mbo een negatieve klank.
Mbo-opleidingen zouden er goed aan doen om veel meer aandacht te besteden aan ondernemende vaardigheden. Want dat is immers wat werkgevers vragen! Dat kan via het keuzedeel ondernemend gedrag. Daarnaast moeten zij zich veel meer inhoudelijk bezighouden met de vernieuwingen, en zich meer als gelijkwaardige gesprekspartner profileren.
Het hbo ontwikkelt zich steeds meer tot een verlengd mbo. Dat ondergraaft de positie van hun studenten op de arbeidsmarkt. Want nu al zie je dat werkgevers voor innovatieve en specialistische functies liever kiezen voor een universitair opgeleide. Specialisatie op toegevoegde waarde van het hbo, en bewaking van het minimale niveau, dat zijn de uitdagingen voor het hbo.