Hoe geef ik les op het gebied van ondernemend gedrag? Hoe start ik mijn reeks van lessen? Hoe zorg ik dat ik mijn studenten blijf boeien? Op welke manier verbind ik de beroepspraktijk met mijn lessen over ondernemend gedrag? In deze blog 5 tips over lesgeven op het gebied van ondernemend gedrag.
Ondernemend gedrag is een van de meest gekozen keuzedelen binnen het onderwijs. En niet alleen in het MBO! Het fijne van dit keuzedeel is dat je er ook als docent veel in kwijt kunt: persoonlijke ontwikkeling en beroepsvorming voor de student op een leuke en inspirerende manier.
Tegelijkertijd blijkt het voor veel docenten lastig om praktisch aan de slag te gaan met ondernemend gedrag. Hoe begin je de lessencyclus? Ondernemend gedrag omvat een breed scala van onderwerpen, van communicatie, creativiteit tot structuur en integriteit. Hoe verbind je deze onderwerpen met de toekomstige beroepspraktijk van de studenten?
In deze blog geef ik vijf praktische tips om aan de slag te gaan.
Tip 1: hoe begin ik?
Er zijn drie manieren om te beginnen met dit keuzedeel:
- met de theorie en daarna praktijkopdrachten of een ondernemend project,
- met de praktijkopdrachten en daarnaast de theorie, of
- met een ondernemend project en daarnaast de theorie.
Het lijkt een open deur, maar toch: leg in je (voorbereidende) lessen altijd de relatie tussen opdrachten/project en theorie. Door deze te verbinden leren je studenten! Zó krijg je de gewenste verdieping.
Laat de start aansluiten bij de beste manier waarop de studenten zich de stof eigen maken. Voor BBL-opleidingen ligt het voor de hand om te beginnen met de praktijkopdrachten. Voor niveau 1 en 2 is een start met een klein project een voor de hand liggende keuze.
Tip 2: begin met een opwarmoefening
Zodra de theorie aan bod komt is het handig om te beginnen met een opwarmoefening.
Voorbeelden zijn:
- Wie is je rolmodel? Welke eigenschappen en vaardigheden inspireren je?
- Hoe ontdek je dat iemand de waarheid spreekt? Elke deelnemer van de groep vertelt drie dingen, waarvan er één gelogen is. Welk verhaal is gelogen?
De methode Ondernemend Gedrag bevat veel opdrachten die je als warming-up kunt gebruiken.
Tip 3: leg de relatie met het beroep
Ondernemend gedrag gaat over het gedrag dat de student moet vertonen in zijn toekomstigeberoep. Dát is het onderscheid tussen de keuzedelen ondernemend gedrag en het vak loopbaan en burgerschap.
Cruyfiaans gezegd: je wordt het door het te zijn. Werk als student én docent daarom zoveel
mogelijk vanuit de (toekomstige) beroepspraktijk. Verbind de opdrachten en de theorie zoveel mogelijk met het toekomstige beroep.
Tip 4: vul je anekdotentrommel
Zorg dat je als docent aansprekende voorbeelden, illustraties en anekdotes hebt! Daarmee bind en boei je de student.
Als docent ben je voorbeeld en rolmodel. Dat geldt zeker bij ondernemend gedrag.
Tip 5: vraag door
Bij vragen en opdrachten in het kader van ondernemend gedrag gaat het vaak niet om goed of fout. De afweging en de onderliggende argumenten zijn het belangrijkste. Vraag daarom door. Het antwoord ligt achter de derde keer doorvragen.
Laat je niet afschrikken door geïrriteerde opmerkingen als “dat is toch logisch” of “dat zeg ik toch”. Doorvragen stimuleert de student zijn gedachten te verwoorden, ook al vind hij het lastig. In deze situatie is het belangrijk dat de student zijn theorie kent. Aan de hand van de theorie kan hij woorden geven aan zijn gedrag.
Hij maakt daarmee expliciet wat eerst impliciet was.
Ervaringen delen?
In september organiseren we 5 bijeenkomsten om ervaringen op gebeid van ondernemend gedrag en ondernemerschap te delen:
16 september De veranderende klant en duurzaamheid, in Wildlands Emmen,
23 september Kleine ondernemers en innovatie, Dierenpark de Oliemeulen in Tilburg,
30 september Diversiteit en ondernemerschap, Avifauna Alphen aan de Rijn,
7 oktober Regionaal werken en ondernemend gedrag, Burgers Zoo in Arnhem,
28 oktober Slotbijeenkomst ‘Ruimte voor innovatie’, Blijdorp Rotterdam.