De arbeidsmarkt raakt oververhit. In bijna het hele land, in bijna alle sectoren, groeit het tekort aan werknemers. Veel werkgevers kunnen geen opdrachten meer aannemen omdat ze het werk niet kunnen uitvoeren. Door meer opleidingen in de vorm van BBL aan te bieden kan dit tekort verminderd worden. Dat heeft meer voordelen dan je misschien denkt.
De groei van de economie zwakt af. Een van de belangrijk(st)e redenen is dat de werkgevers het werk niet meer aankunnen. Ze hebben te weinig personeel om het werk uit te voren. Ook materialen en grondstoffen worden schaars. De toeleveranciers hebben ook te weinig personeel.
Schaarste
Zo ziet de schaarste er uit:
- Het probleem doet zich voor in heel Nederland: in de regio Zeeland en Utrecht het heftigst, in Groningen, Friesland en Drenthe het minst.
- Het probleem geldt voor bijna alle sectoren, alleen in de sector kunst en talen is er geen probleem.
- Het geldt voor bijna alle beroepen. Managers vormen de uitzondering, daarvan zijn er veel en de vraag ernaar is klein.
- Het aanbod van werknemers uit de WW of bijstand is klein. Mensen in de bijstand hebben vaak alleen de basisschool of niveau 1 als vooropleiding.
- Van vakmensen worden ook sociale en ondernemende vaardigheden verwacht.
Het laatste punt is opvallend. Denk niet dat ik dat toevoeg, deze informatie is afkomstig van het UWV.
BBL als oplossing
BBL-studenten kunnen een waardevolle bijdrage zijn om dit probleem op te lossen. Vanuit verschillende oogpunten is dit positief:
Studenten
BBL-studenten zijn over het algemeen meer tevreden met hun opleiding dan BOL-studenten. Ze zijn echt aan het werk, leren meteen de beroepspraktijk kennen en werken met de modernste technieken. “Fijn actief bezig zijn” en “geen nutteloze lessen” zijn veel gehoorde opmerkingen. Werken en een dag naar school wordt als zinvol ervaren.
Werkgevers
Voor werkgevers betekent het werken met BBL-studenten dat ze een gedeelte van de opleiding moeten verzorgen. Dit punt lijkt groter dan het is: ook BOL-studenten moeten nog in de praktijk opgeleid worden naar hun specifieke werkzaamheden. Het voordeel van BBL-studenten voor werkgevers is dat ze meteen extra personeel hebben tegen lage kosten. Ze kunnen doelgericht opleiden, met moderne hulpmiddelen en werkwijzen, gericht op hun behoefte.
In perspectief
Het opleiden van BBL-studenten biedt dus veel voordelen. De voordelen gaan verder dan alleen voor studenten en werkgevers.
Omdat werkgevers een grotere rol krijgen is de aansluiting op de arbeidsmarkt veel directer en veel groter dan nu het geval is. Het is een vorm van vraag-gebaseerd opleiden. Dit biedt de mogelijkheid om beter in te spelen op de behoefte van de arbeidsmarkt. In die zin wordt de maatschappelijke sturing op opleiden groter.
Werkgevers krijgen een bijdrage in de opleidingskosten van de overheid. Het kabinet wilde deze subsidie afschaffen. Gelukkig, vanuit het perspectief van BBL-denken, heeft men dit besluit teruggedraaid. De komende jaren blijft BBL en de financiering daarvan in de huidige vorm bestaan.
De rol en de bijdrage van BBL-opleiden kan veel groter dan nu het geval is. Maar het mbo-onderwijs alleen baseren op BBL is natuurlijk niet zaligmakend. BOL-opleidingen blijven noodzakelijk.
Toch is het goed om na te denken over een andere invulling van de BOL-opleidingen. Is de aansluiting met de arbeidsmarkt voldoende? Worden studenten voldoende “aan het werk gezet”? Wordt wel de goede lesstof aangeboden? Duurt de opleiding niet te lang? Ook een doelgerichtere BOL-opleiding kan bijdragen aan het tekort op de arbeidsmarkt.
BBL is een goede opleiding, probleem is echter dat, indien je de student wil opleiden voor zijn vakgebied, er leermeesters, lees vakkrachten, nodig zijn om de student iets te leren. Veel bedrijven hebben echter geen eigen personeel meer en werken met ZZP’rs. Deze groep gaat echt geen student opleiden. Deze worden dan indirect concurrenten. In de praktijk komt van leren dus niets terecht. Buiten de kleine mkb bedrijven. die zijn gericht aan het opleiden. Dus smal.
Waarom zouden ZZP-ers geen BBL-studenten kunnen opleiden?
Dat zou best kunnen: in een moderne vorm van Meester-Gezel relatie.
Dan moet het wel mogelijk zijn dat ZZP-ers dezelfde financiële ondersteuning krijgen als andere bedrijven.
Vanzelfsprekend moet ook voldaan worden aan de eisen van de school mbt begeleiding en examinering.
De breedte van de opleiding is iets waar je dan wel op moet letten.
Dat kan je borgen in de dag in de week dat de studenten op school komen.
Als dat langer moet, bijvoorbeeld anderhalve dag, is het een kwestie van regelen