Veel scholen zoeken de beste manier om ondernemend onderwijs te verzorgen. En met succes! Studenten hebben duidelijk belangstelling voor deze thema’s. We gaan naar de volgende fase van onderwijs over ondernemend gedrag en ondernemerschap. Staatssecretaris Mona Keijzer wil hieraan bijdragen. Belangrijk om te weten voor docenten èn voor onderwijsmanagers.
Veel scholen zoeken de beste manier om ondernemend onderwijs te verzorgen. En met succes! De ondernemende keuzedelen zijn bijzonder succesvol. Ondernemend Gedrag wordt breed ingezet, net als Oriëntatie op Ondernemerschap. Ondernemerschap en Inspelen op Innovaties volgen op enige afstand. Studenten hebben duidelijk belangstelling voor deze thema’s.
Dit succes stimuleert Staatssecretaris Mona Keijzer om het onderwijs over ondernemerschap verder ondersteunen. Het is de ambitie om het nóg beter te doen. Wat loopt er goed, wat kan er beter, wat moet er beter? Hiermee hoopt ze te bereiken dat het mkb sterker, efficiënter en productiever wordt. Als één van de specialisten op gebied van ondernemend onderwijs mocht ik meedenken en suggesties geven. Dit zijn een paar van mijn suggesties.
Begrip en kennis worden belangrijker
Begrip en kennis zijn vaak de roze olifant bij ondernemend onderwijs. Docenten worstelen vaak met de vraag hoeveel aandacht ze hieraan moeten besteden. Vaak wordt gezegd dat “ze het in de praktijk wel leren”. Soms is dat het geval, maar wel door schade en schande. Maar nog vaker is dat niet het geval.
Hoe beter ondernemend medewerkers en ondernemers voorbereid zijn, hoe beter zijn hun resultaten, blijkt uit onderzoek. Voor de plannen van Mona Keijzer is dit een belangrijk gegeven. Ondernemers worden succesvoller als ze (potentiele) klanten beter begrijpen zodat ze beter op vragen kunnen inspelen. Dit geldt ook voor marketing en promotie na de start van het bedrijf. Hieraan wordt weinig aandacht besteed, en is een noodzakelijke aanvulling.
Ondernemerschap is een (nieuw) vak
Ondernemerschap is een nieuw vak. Het is vooral een integrerend vak waarin verschillende disciplines bij elkaar komen. Traditioneel wordt ondernemerschap verzorgd door docenten economie of boekhouden. Dit is te mager voor ondernemerschap, en sluit qua motivatie meestal niet aan bij studenten.
Onderwijsmanagers moeten daarom docenten de ruimte geven om zich het vak eigen te maken. Niet alleen het eigen maken van kennis is belangrijk. Het is vooral noodzakelijk dat docenten de motivatie en het gedrag van ondernemers kunnen doorgronden èn kunnen uitdragen naar hun studenten.
Docent als rolmodel
De docent vervult een spilfunctie bij ondernemend onderwijs. Juist omdat bij ondernemend gedrag en ondernemerschap veel verschillende thema’s aan bod komen is zijn rol essentieel. Hij of zij zorgt voor de inhoud, de samenhang en de volgorde van de thema’s.
Bovenal is hij rolmodel voor de student. Zoals hierboven staat: docenten moeten motivatie en gedrag van ondernemers kunnen uitdragen naar hun studenten. Een goed gevulde anekdotetrommel helpt hierbij.
Opdracht aan onderwijsmanagers
Keuzedelen worden door de organisatie niet serieus genomen. Dit is een veel gehoord probleem. Docenten krijgen te weinig uren voor de les, kunnen zich nauwelijks voorbereiden, hebben te weinig middelen en soms wordt er zelfs niet geëxamineerd. Bij veel docenten bestaat het gevoel dat keuzedeel iets extra’s zijn, en niet echt belangrijk.
Dit is de opdracht aan onderwijsmanagers. Veel opleidingen profileren zich als ondernemend. Maar docenten en studenten ervaren dat in de praktijk nauwelijks. Vooral voor de ondernemende keuzedelen is dit een probleem.
Opleidingen maken nu hun programma’s voor volgend jaar. Om ondernemend onderwijs een serieuze plek te geven zijn er de volgende adviezen:
- Rooster voldoende onderwijstijd in. Een vuistregel is 100 van de 240 SBU.
- Focus op begeleiding van de student. Werk met een goede methode en ga niet zelf ontwikkelen.
- Gebruik een praktisch examen. Koop deze in en ga niet zelf ontwikkelen. Besteed je tijd aan de student.
- Begeleidt docenten en biedt opleiding aan.
Meer hierover staat beschreven in het rapport “Ondernemend Onderwijs op het Kantelpunt”. De praktische vertaling staat in de “DOE-agenda”. Beide rapporten kan je aanvragen.