in Inspiratie

Begrippen krijgen pas betekenis in een context. Dat geldt beslist voor ondernemend gedrag, innovatie en ondernemerschap! Wat betekent dat voor de rol als docent?

Wie om 15.30 uur vanuit Zaandam naar Groningen moet autorijden kan het beste via Amsterdam en Almere rijden. Dat zegt althans de routeplanner. Een ervaren automobilist die dit leest gaat steigeren. Om 16.00 uur op de ring in Amsterdam, dan A1 en daarna naar Almere, dat is aansluiten in de file! Via de Afsluitdijk is langer in kilometers gemeten maar sneller in tijd.

Afstand en reistijd krijgen pas betekenis als je de situatie en omstandigheden ter plaatse kent.

Over ondernemend gedrag, ondernemerschap en innovatie wordt vaak in algemene zin gesproken. Deze begrippen worden beschouwend onderzocht: uitgesplitst in onderdelen als competenties, product, markt, financiën en organisatie; er worden modellen op losgelaten. Ze worden soms zelfs wetenschappelijk benaderd, als wetmatigheid. Maar daar is geen sprake van!

Ondernemend gedrag

Ook voor ondernemend gedrag geldt dat het pas betekenis krijgt in de situatie en de omstandigheden van de beroepspraktijk. Ondernemend gedrag in bijvoorbeeld de retail verschilt strek van die in de zorg. In de retail is een proactieve houding gewenst: je stapt actief af op iemand die de winkel instapt. In de zorg wordt een al te assertieve houding minder gewaardeerd, maar is “meedenken” een belangrijke vorm van ondernemend gedrag.

Ondernemend gedrag is daarom geen absolute of zelfs meetbare grootheid. Een zorgzame en reactieve persoon kan binnen de zorg perfect ondernemend gedrag vertonen, terwijl ditzelfde gedrag in de retail niet zou voldoen. Omgekeerd: de proactieve medewerker uit de retail zou in de zorg als te agressief ervaren worden.

Ondernemerschap

Dezelfde overwegingen gelden voor ondernemerschap. Daar is de variatie zelfs nog groter: ondernemerschap als ZZP-er, winkelier of grootbedrijf; bied je producten of diensten? De verschijningsvorm van ondernemerschap is volledig afhankelijk van schaalgrootte, aard van het product en de doelen van de ondernemer.

Onderwijs op het gebied van ondernemerschap is daarom maatwerk. Veel methodes zijn gebaseerd op de retail of op het grootbedrijf. Het keuzedeel Ondernemerschap mbo gaat uit van ZZP-ers of kleine ondernemers. ZZP-ers hebben geen afdeling marketing of financiën; ze zíjn het. Qua inhoud en cultuur sluiten deze methodes daarom niet (goed) aan op het keuzedeel.

Innovatie

Voor innovatie gelden dezelfde afwegingen. Innovatie is een nieuwe toepassing met een verdienmodel: besparingen of extra inkomsten. Ook voor innovatieve toepassingen van bijvoorbeeld technologie geldt dat een innovatie pas rendeert als het aansluit bij de context. Een perfect voorbeeld ligt op gebied van de inzet van ICT in het onderwijs in vergelijking met het bedrijfsleven.

Binnen het bedrijfsleven worden logistieke systemen als SAP ingezet voor bestellingen, inkoop, opslag, orderpicking en bijvoorbeeld facturatie. De integratie van die systemen zorgt voor structuur, overzicht, snelheid en kostenbesparing. De onderliggende werkzaamheden zijn grotendeels geautomatiseerd. Invoering is een echte innovatie.

Een zelfde aanpak binnen het onderwijs wordt wel geprobeerd, maar slaagt slechts in beperkte mate. De administratieve processen verlopen identiek. Maar de onderliggende werkzaamheden als lesgeven en examineren zijn niet geautomatiseerd. Tegenover de extra investeringen en werkzaamheden staat slechts een beperkte kostenbesparing. Dit is geen échte innovatie.

Rol van de docent

Omdat de situatie en de omstandigheden van de beroepspraktijk zo belangrijk zijn bij de keuzedelen Ondernemend gedrag, Inspelen op innovatie en Ondernemerschap mbo ligt de nadruk van de docent op de vertaling naar de beroepspraktijk. Hij moet redeneren vanuit de specifieke beroepspraktijk.

Daarbij is het belangrijk om met een methode te werken die gebaseerd is op de beroepspraktijk. Met name in het geval van ondernemend gedrag zijn er methodes die dat niet doen. Dat is lastig voor het onderwijs.

Een methode is belangrijk, maar niet voldoende. Als docent sla je de brug met de student en zijn toekomstig beroep. Een goed gevulde anekdotetrommel helpt daarbij.

Recente berichten

Laat een reactie achter

vijf × 3 =

0