in Ondernemerschap, Oriëntatie op ondernemerschap

De samenleving ontwikkelt zich steeds meer tot een zandloper-maatschappij: veel hooggeschoolde en laaggeschoolde beroepen, en met weinig beroepen in het midden. Gek genoeg worden van de mensen die de hogere beroepen bekleden en van diegenen die de lagere beroepen bekleden identieke vaardigheden verwacht. Hoe bereidt u uw studenten hierop voor?

De beroepen in Nederland veranderen sterk. Voor steeds meer beroepen is een hogere of een academische opleiding nodig. Inmiddels heeft ruim 40% van de Nederlandse bevolking minimaal een Hbo-opleiding. Tegelijkertijd neemt het aantal beroepen waarvoor je een lage opleiding nodig hebt ook toe.

Het middenkader neemt steeds meer in omvang af. Veel middenkaderfuncties zijn als gevolg van automatisering niet meer nodig. Door veranderingen in de detailhandel, zoals webwinkels, vervallen veel middenkaderfuncties. En doordat functies complexer worden is vaak een hogere opleiding vereist. Het aantal middenkaderfuncties neemt daardoor af in aantal en percentage.

Flexibiliteit

Van mensen wordt in toenemende mate flexibiliteit verwacht. Werknemers moeten meer dan in het verleden bereid zijn om bij te scholen, om te scholen, ander werk aan te nemen, of op een andere plek te werken. Vakmanschap blijft leidend. Maar werk wordt steeds meer tijdelijk, in loondienst of als ZZP-er.

Deze twee trends lopen samen op. Afhankelijk van je wereldbeeld en/of je politieke voorkeur kun je deze trends verwelkomen dan wel verafschuwen. Feit is dat deze trend zich doorzet, in Nederland en daarbuiten. En de gevolgen zijn groot. Zeker de grootste groep, de middenklasse, voelt het effect steeds meer.

Ondernemend onderwijs

De trends vertalen zich natuurlijk ook naar het onderwijs. Als steeds meer winkelketens sluiten, hoeveel filiaalhouders moeten we dan opleiden? Als er geen vraag is naar ICT-ers op niveau 3 en 4, waarom leiden we dan nog steeds studenten in die richting op? De zandlopermaatschappij zal onvermijdelijk leiden tot verandering in vraag en aanbod op Mbo-niveau.

Nog veel belangrijker wordt het ontwikkelen van ondernemend gedrag. Omdat baan-zekerheid steeds meer afneemt wordt ondernemend gedrag enorm belangrijk. Kansen zien, kansen benutten en waarde toevoegen. Als banen niet meer vanzelfsprekend zijn worden mensen op hun eigen ondernemingszin en creativiteit aangesproken.

En niet te vergeten samenwerken. Niet alleen om samen klussen te klaren, maar ook om de noodzakelijke zekerheid te vergroten. De Broodfondsen zijn een goed voorbeeld van nieuwe sociale zekerheid.

Het bijzondere van ondernemend gedrag is dat dit van iedereen wordt gevraagd, zowel van mensen met een lage opleiding, op Mbo-niveau als van mensen met een hoge opleiding. Niet iedereen hoeft ondernemer te worden. Maar ondernemend gedrag wordt van iedereen verwacht, ongeacht het niveau van de opleiding.

De grote vergeten groep

Via het onderwijs kunnen we studenten voorbereiden op een samenleving die steeds meer vraagt op gebied van vakmanschap en ondernemend gedrag. Voor wie nu werkt geldt dit echter niet. Dit is de grote vergeten groep! Zelfs in sectoren waar budgetten beschikbaar zijn om personeel bij te scholen, zoals bijvoorbeeld het onderwijs, blijven budgetten grotendeels onderbenut!

En zodra mensen hun baan verliezen dan knelt het helemaal. Via het UWV zijn er nauwelijks middelen om mensen bij te scholen op gebied van vakmanschap en ondernemend gedrag.

De werknemers van nu zijn nauwelijks voorbereid op de gevolgen van de zandlopermaatschappij. Zodra zij de gevolgen ervan ervaren is het al te laat. Education permanante op gebied van ondernemend gedrag is hoog nodig.

 

 

Recente berichten

Laat een reactie achter

een × 3 =

0