Innovatie is een modewoord. En tegelijkertijd is het van grote invloed op ons dagelijks leven, en daardoor niet te vermijden. Meestal wordt innovatie benaderd als een vast gegeven, het ís er gewoon. Maar dat is niet zo. Innovatie verloopt in vijf stappen: de innovatieladder. Wie de stappen herkent en kan toepassen heeft een groot voordeel.
Een innovatie is een creatief idee met een verdienmodel. De bedenker van het creatieve idee wil natuurlijk zo veel mogelijk mensen overtuigen dat zijn innovatieve product erg goed is en veel kan betekenen voor de gebruiker. De innovatie moet zich dus bewijzen.
Maar als mogelijke gebruiker van die innovatie moet je overtuigd worden. Hoe beoordeel je of de innovatie voor jou van belang is? Hoe beoordeel je of het iets toevoegt aan wat je al hebt? Hoe bepaal je wat je er voor wilt betalen?
Vijf stappen
Innovaties beoordeel je in vijf stappen. De vijf stappen zijn:
- Functie,
- Betrouwbaarheid,
- Gemak,
- Ervaring, en
- Effect.
1. Functie
De eerste stap gaat over de functie van het nieuwe of aangepaste product. De innovatie moet een probleem oplossen. Het moet meer, beter of anders zijn dan bestaande alternatieven. Een innovatie is alleen van toegevoegde waarde als het inspeelt op koopmotieven van klanten. En als de innovatie ook betaalbaar is dan is deze kansrijk.
Een elektrische auto met één pedaal waar je zowel gas mee geeft als waarmee je remt is een mooi voorbeeld van een innovatie waarbij je de functie beoordeelt. Bij het remmen win je energie terug die je weer kunt gebruiken. Dat is milieubewust en aantrekkelijk voor mensen die duurzaam willen autorijden.
2. Betrouwbaarheid
Functioneert het altijd, werkt het ook altijd foutloos? Des te betrouwbaarder de innovatie functioneert, des te groter is de potentiele klantengroep. Betrouwbaarheid is geen verkoopargument, in tegendeel. Betrouwbaarheid is een verwachting. Natuurlijk doet het wat het belooft! Alleen in de ontwikkelfase accepteer je als klant kleine mankementen.
Een computerprogramma moet altijd werken, waar je ook inlogt. Als je een standaard-applicatie koopt is dat een vereiste. Alleen bij maatwerk software accepteer je in de aanloopfase afwijkingen. Na de oplevering moet het simpelweg foutloos functioneren.
3. Gemak
Is de innovatie gemakkelijk uit te voeren, te bedienen of uit te voeren? Werkt het zonder er bij na te hoeven denken? Werkt het snel? En is het goedkoop in gebruik? Ook bij gebruiksgemak geldt dat het geen verkoopargument is. In een ontwikkelfase accepteer je als klant eventuele ongemakken, maar daarna niet meer.
Dit is een knelpunt voor veel technische innovaties. Denk aan scheerapparaten. Niet alleen de bediening moet gemakkelijk zijn, maar ook het schoonmaken en het opbergen ervan. De computermuis is een mooi voorbeeld van gemak, en dus geslaagde innovatie.
4. Ervaring
Beleving wordt steeds belangrijker. We hebben immers alles al, er zijn geen gaten in de markt. De aanschaf moet een cadeautje zijn, ook als het voor jezelf is. Het moet fijn zijn om mee te werken. Hoe beter de beleving is hoe meer de innovatie mag kosten.
Cosmetica is een treffend voorbeeld. De verpakking is mooi, het ruikt lekker, het smeert fijn uit en er zijn nieuwe innovatieve stoffen toegevoegd. Zoiets mag wat kosten!
5. Effect
Bij de vorige stappen stonden de eigenschappen van het product centraal. De vijfde stap gaat over wat de innovatie voor jou betekent in je (werk)omgeving. Dit effect kan je opdelen in een “hard” en in een “zacht” gedeelte.
Harde effecten van een innovatie betekent dat de innovatie leidt tot veranderingen in je werk. Een voorbeeld van de harde kant is het gebruik van computers. Computers hebben vele logistieke en administratieve processen op zijn kop gezet.
Zachte effecten van een innovatie gaan over de gevoelswaarde van de innovatie. “Ergens bij horen” is een voorbeeld van de zachte kant. Apple is innovatief, dus als ik een I-phone koop ben ik ook innovatief. “Bijdragen” is ook een voorbeeld. Een zonnecollector is goed voor het milieu. Dus als ik een zonnecollector plaats draag ik bij aan een beter milieu.
Inspelen op innovaties
Bij het keuzedeel “Inspelen op Innovaties” staat het omgaan, hanteren en implementeren van innovaties centraal. Daarbij gaat het er niet om dat studenten zelf innovaties ontwikkelen, het gaat erom dat zij de ontwikkelingen kunnen hanteren. Zij moeten de innovaties kunnen toepassen in hun werkgebied.
De vijf stappen van de innovatieladder vormen een handige kapstok om te leren inspelen op innovaties.