De lessen zijn weer begonnen. Vanwege de Corona-crisis improviserend: halve klassen, digitale lessen, goed en minder goed voorbereid, met methode en zonder methode. Voor studenten en voor docenten is het nog zoeken naar de beste manier. Maar één ding is duidelijk: les geven zonder methode is voor de studenten onmogelijk. Want studenten hebben juist in deze onzekere periode structuur en overzicht nodig.
Je vindt het misschien vreemd dat ik in deze blog aandacht besteed aan de noodzaak voor een goede methode. Dat spreekt toch voor zich? In deze door Corona opgeschudde periode blijkt dat helaas niet het geval.
Opleidingen hebben de lessen weer opgestart. Zo goed en zo kwaad als het gaat, moeten we constateren. Klassen worden in twee delen opgesplitst, dus er moet twee maal zo veel lesgegeven worden. Soms wordt de lestijd gehalveerd, omdat er anders te weinig docenten voor de klas kunnen staan. En vaak wordt gekozen voor digitale lessen.
Ook vakinhoudelijk is het zoeken. Afgezien van het feit dat de groepen kleiner zijn bij halve klassen verandert daar niet zo veel. Bij digitaal onderwijs is dat anders. Voor veel docenten is het principe nog tamelijk nieuw, voor eerstejaars studenten helemaal. Hoe verzorg je in deze situatie kwalitatief goed onderwijs? Welke leermiddelen ondersteunen dit het beste?
Talking heads
Bij digitaal onderwijs zien studenten en docenten elkaar vooral als pratend hoofd. Tenminste, als de studenten de camera niet hebben uitgezet. Docenten vertellen, laten filmpjes zien, tonen afbeeldingen en organiseren de les meestal via een aangeklede PowerPointpresentatie. En de studenten? Die zien de docent voornamelijk als een talking head, en reageren als hen iets wordt gevraagd. De lesstof blijft niet goed hangen.
Deze manier is eigenlijk een passieve vorm van onderwijs. Maar gedwongen door de Corona-crisis is het niet anders. Het wordt pas echt lastig wanneer de student niet wordt ondersteund door een goede methode.
Goede methode
Een goede methode biedt de student structuur en overzicht. Juist omdat direct contact en interactie ontbreekt en de student individueel moet werken is dat cruciaal voor succes. Onderliggende theorie pak je niet 1-2-3 op uit een presentatie op een scherm, dat wil je nalezen en terugzoeken. De beschikbaarheid van een inhoud, structuur en overzicht helpt de student bij het volgen van digitaal onderwijs.
Een methode kan zowel als boek of digitaal aangeboden worden. Het voordeel van digitaal is dat je informatie onderling kunt delen. Het nadeel is dat je het van een scherm moet lezen. Voor veel studenten is dit een groot nadeel omdat het minder beklijfd.
Penny wise and pound foolish
Het lijkt gek om de noodzaak van een goede methode te moeten aangeven. Toch is het nodig. Er is een stroming van docenten en managers die er vanuit gaat dat elke docent zonder methode onderwijs moet kunnen geven. Voor veel vakken pakt dat verkeerd uit. Het vergt zeker in Corona-tijd erg veel zelfstandigheid van onervaren mbo-studenten.
Er is ook een groep docenten en onderwijsmanagers die vindt dat de aanschaf van een goede methode de studenten op kosten jaagt. Als gevolg daarvan werken docenten, vaak in hun eigen tijd!, presentaties uit. Het kost de docenten meer tijd, de studenten hebben minder houvast en de kwaliteit van het onderwijs is lager dan het zou kunnen zijn.
Onderwijs zonder methode, in boekvorm of digitaal, is penny wise maar vooral pound foolish. Het gaat ten koste van de studenten, want studenten hebben juist in deze onzekere periode structuur en overzicht nodig.
Wanneer je vanuit leerdoelen redeneert bij het ‘oplossen van problemen’ en constant bezig bent met de ‘hoe dan’ vraag, dan blijkt het schier eenvoudig te zijn om met studenten ‘op te lopen’ zonder dat er al te veel externe sturing aan te pas komt.
Zelforganisatie, over de as van kennis, houding en vaardigheid, appelleert dan sterk aan ‘handelend vermogen’en juist dit proces kenmerkt zich door een constante- en formatieve toetsing.
Met de juiste benadering is een systeem niet nodig, zo blijkt uit recent onderzoek.
Erwin Sengers doet onderzoek naar zelforganisatie in professionele leergemeenschappen.