in Ondernemend gedrag

Voor sommigen is het nieuwe schooljaar nog ver weg. Maar veel docenten bereiden zich al voor op het schooljaar 2019 – 2020. Het jaar 2019-2020 is het laatste schooljaar waarin de resultaten van keuzedelen niet meetellen voor de zak-slaagbeslissing. We krijgen veel vragen van docenten die daarom de puntjes op de “i” willen zetten. Daarom in deze blog aandacht voor de vragen: hoe zet je studenten aan het werk, hoe beoordeel je de resultaten, en een tip om handig keuzedelen te combineren.

Volgend schooljaar is het laatste jaar waarin de resultaten van de keuzedelen niet mee tellen in de zak-slaagbeslissing. Omdat een onvoldoende resultaat nog geen gevolgen heeft wordt soms door opleidingen en studenten losjes omgegaan met de keuzedelen. Na aankomend schooljaar is dat voorbij. Daarom willen veel opleidingen de komende tijd gebruiken om de puntjes op de “i” te zetten.

Ondernemend gedrag wordt zeer veel gekozen, zowel voor niveau 1-2 als voor 3-4. Hierna volgen een aantal praktische tips, die ook voor andere keuzedelen kunnen gelden.

Hoe zet je studenten het beste aan het werk?

De woorden zeggen het al: ondernemend gedrag gaat over gedrag, en wel in de toekomstige beroepssituatie. Start daarom zo snel mogelijk met een activiteit of project.

Werk van grof naar fijn. Dat wil zeggen: geef een introductie van ondernemend gedrag, maak duidelijk wat je van de studenten verwacht en geef aan hoe je examineert.

De introductie kun je het beste doen aan de hand van de PowerPointpresentaties die je kunt vinden in de docentenhandleiding. Deze presentaties kan je aanvullen met eigen voorbeelden en uitwerkingen uit het toekomstige beroep. Op die manier krijgen de studenten een goed overzicht van wat ondernemend gedrag inhoudt.

Projecten worden vaak in kleine groepen uitgevoerd. Om deze projecten voorspoedig te laten verlopen is het handig om de formats uit de methode te gebruiken. Door de formats te gebruiken krijgen studenten praktische ervaring met de onderliggende begrippen van ondernemend gedrag.

Gaandeweg bouwen de studenten ervaring op met ondernemend gedrag. Al naar gelang de situaties en gebeurtenissen kan je als docent dieper ingaan op de theorie zoals beschreven in de methode. De opdrachten helpen bij het eigen maken van de begrippen. Zo leren ze om letterlijk woorden te geven aan hun ondernemend gedrag.

Hoe beoordeel je de resultaten?

Bij het examineren van ondernemend gedrag is er geen goed ten opzichte van fout, er is geen absolute meetlat, het is niet zwart/wit. Bij de examinering let je als beoordelaar op twee dingen: kennen ze de woorden en begrippen om hun gedrag onder woorden te brengen, en kunnen ze hun ondernemend gedrag onderbouwen aan de hand van hun ondernemende activiteit.

Daarom is het examen in twee delen opgesplitst. Het ene deel is een theorie-examen waarin de begrippen worden getoetst. Dit examendeel is niet verplicht, maar is wel erg handig omdat het de studenten helpt om woorden te hebben waarmee ondernemend gedrag wordt beschreven. Veel scholen gebruiken dit deel als een voorwaardelijke toets: bij een voldoende resultaat mogen de studenten deelnemen aan het examen.

Het tweede deel bestaat uit een proeve van bekwaamheid, in de vorm van een presentatie. Het examenportfolio mag bij het examen gebruikt worden, maar is geen onderdeel van het examen en hoeft dus niet te worden beoordeeld. In de presentatie onderbouwt de student zijn ondernemend gedrag.

Handig combineren leidt tot tijdwinst

Door keuzedelen handig te combineren kan je efficiënter werken en tijdwinst boeken. Dat kan het beste door een project centraal te stellen, en de student vanuit twee of drie keuzedelen aan dit project te laten werken. Dat kan bijvoorbeeld door Ondernemend Gedrag te combineren met Duurzaamheid, eventueel aangevuld met Inspelen op Innovaties.

De examens van elk keuzedeel bestaan uit een schriftelijk deel en een proeve. Het schriftelijk examen rond de begrippen van de theorielessen kan na afloop van de lessencyclus worden afgenomen. De proeves van de keuzedelen bestaan alle drie uit een presentatie. Deze kunnen gecombineerd worden beoordeeld in één presentatie door de student.

De winst van deze aanpak bestaat uit tijdwinst bij de opzet en uitvoering van de projecten, en uit de tijdwinst bij het examineren. Het vermindert de examendruk, je hoeft immers nog maar één presentatie af te nemen in plaats van twee of drie.
Studenten hebben al vaak reflectieve examens en worden “reflectie-moe”. Voor hen is deze aanpak daarom beslist ook aantrekkelijker.

Recente berichten

Laat een reactie achter

7 − 3 =

0