in Keuzedelen

Oriëntatie op ondernemerschap is wellicht een geschikt keuzedeel voor uw studenten? Misschien bereidt u zich ook al voor op het nieuwe schooljaar op de invulling van het lesprogramma. Dat lijkt nog ver weg, maar de komende weken moeten er al besluiten voor volgend jaar genomen worden.

Wat willen we meer, wat kan er beter en wat moet beslist anders? Hoe verrijken we het keuzedeel? Deze overwegingen gelden ook voor de ondernemende keuzedelen. We krijgen veel vragen van docenten die de puntjes op de ‘i’ willen zetten.

Hoe gaan we volgend schooljaar door met de keuzedelen? Deze vraag stellen veel opleidingen. De keuzedelen zijn een paar jaar geleden ingevoerd en examinering daarvan is verplicht. Gaan we door met de huidige keuzedelen of maken we andere keuzes?

Proeven van ondernemerschap

 

Deze week staat het keuzedeel Oriëntatie op ondernemerschap centraal. De uitgave heet Proeven van Ondernemerschap.

We lichten het keuzedeel toe met als onderwerpen:

  • Hoe zet je Proeven van ondernemerschap in?
  • Les geven
  • Examineren

Staat jouw vraag er niet bij of heb je suggesties? Bel ons via 06 10618646 of mail via info@dwvdo.nl.

 

HOE ZET JE PROEVEN VAN ONDERNEMERSCHAP IN?

De bedoeling van het keuzedeel Proeven van ondernemerschap is dat de student zich oriënteert op wat er komt kijken als hij ondernemer of ZZP-er wordt. Hij maakt kennis met alle facetten van het ondernemerschap, en onderzoekt wat dat voor hem betekent.

Het beste resultaat haal je als je de student aan het werk zet met opdrachten of projecten. De praktijk staat centraal. Biedt begrippen en theorie aan zodra de student er aan toe is, tijdens zijn activiteiten.

Stimuleer studenten om aan de slag te gaan, om samen te werken en om resultaten te halen. Op die manier halen zij de grootste leereffecten. Vermijd passieve momenten zoals films kijken en veel computergebruik. Hierdoor lopen energie en betrokkenheid van studenten weg.

LES GEVEN

Wat is het verschil tussen Ondernemerschap mbo en Oriëntatie op Ondernemerschap?
Bij het keuzedeel Oriëntatie op Ondernemerschap staat de vraag centraal of ondernemerschap een reële optie is voor de student. Bij Ondernemerschap mbo staat het concreet opzetten van een eigen bedrijf centraal en wordt dieper ingegaan op alle aspecten van ondernemerschap.
De preview van Ondernemerschap mbo vind je hier.
De preview van Oriëntatie op Ondernemerschap vind je hier.

Wat is het verschil tussen Proeven van ondernemerschap niveau 2 en 3? 
De onderwerpen zijn gelijk. De uitwerking van 2 is beperkter dan van 3.
De preview vind je hier.

Wat moet ik als docent kennen en kunnen?
Het keuzedeel vereist affiniteit en bij voorkeur enige ervaring met ondernemerschap van de docent. Gevoel voor cijfers is belangrijk. Brede kennis van boekhouden is niet nodig. Als docent sla je de brug tussen de student en de beroepspraktijk. Het is belangrijk dat je met de student een goed gesprek kunt voeren over zijn ervaringen over ondernemen.

Hoe bereid ik me voor?
Oriëntatie op Ondernemerschap heeft inkleuring nodig van de beroepsomgeving. Ondernemerschap in bijvoorbeeld de retail met inkoop en verkoop is anders dan in bijvoorbeeld de zorg. Als docent moet je de verbinding maken tussen ondernemen en de beroepscontext. Voorbeelden en anekdotes uit de beroepscontext helpen daarbij.

Hoe leg ik de relatie met de praktijk?
Ondernemen is een combinatie van praktijk met ondersteunende theorie. Studenten verkennen hun mogelijkheden op gebied van ondernemen aan de hand van meer dan 100 opdrachten.

Zijn de begrippen nodig?
Ja, begrippenkennis wordt beschreven in het keuzedeel. Studenten moeten zich de begrippen eigen maken om letterlijk woorden te kunnen geven aan hun gedrag.

Is een ondernemingsplan nodig?
Neen. Studenten maken een eenvoudig plan, maar een volledig ondernemingsplan is niet nodig.

Hoe ziet de lesopbouw eruit?
In onze docentenhandleiding vind je een urentabel voor BOL en LBB.
De docentenhandleiding kan je hier aanvragen.

Hoe geef ik les aan een BBL-klas?
Ook binnen de BBL zijn keuzedelen verplicht. Het keuzedeel Proeven van ondernemerschap bestaat uit 240 SBU. De praktijkopdrachten kunnen goed op de werkplek worden uitgevoerd. Op school hoeven dan alleen de begrippen te worden behandeld.

Boek of online?
Beide zijn mogelijk. Een boek is handig omdat het de studenten structuur en overzicht biedt. In die situaties dat studenten niet vaak op school zijn zoals in geval van BBL voegt een online-omgeving toegevoegde waarde.

Hoeveel contacturen zijn nodig?
Het keuzedeel Proeven van ondernemerschap bestaat uit 240 SBU. Gemiddeld worden 70-120 contacturen aangeboden. Er is geen wettelijke ondergrens bepaald. De praktijkopdrachten kunnen goed op de stage/werkplek worden uitgevoerd. Op school hoeft dan alleen de theorie te worden behandeld.

Wie kiest voor de methode van DWvdO?
De methodes van DWvdO gaan uit van de professionele beroepspraktijk. De kenmerken zijn: volledig, gebaseerd op ervaring, degelijk en compleet met aansluitend examen. De methodes zijn zowel als boek als digitaal verkrijgbaar, met digitale docentenhandleiding. Wie dat belangrijk vindt kiest voor DWvdO.

EXAMINERING

Moet een keuzedeel geëxamineerd worden?
Ja, een keuzedeel moet geëxamineerd worden.

Is er een examen beschikbaar?
Ja. Het examen is geschreven op de eisen van het keuzedeel. De examens zijn zo opgesteld dat de student deze geheel zelfstandig kan begrijpen en uitvoeren.

Waaruit bestaat het examen?
Het examen bestaat uit een Proeve van Bekwaamheid (PvB) in de vorm van een presentatie, aangevuld met een schriftelijk theorie-examen.
Previews van het examen kan je hier aanvragen.

Is het schriftelijk theorie-examen verplicht?
Niet verplicht, wel geadviseerd. De studenten moeten het begrippenkader kennen. Het schriftelijk examen kan ook worden ingezet als ontwikkelingsgerichte toets. Het telt dan uiteraard niet meer mee in het examencijfer.

Moet het examenportfolio worden beoordeeld?
De methode bevat opdrachten voor het examenportfolio. Het examenportfolio mag als input gebruikt worden bij het examen PvB-presentatie. De opdrachten van het examenportfolio moeten wel gemaakt worden maar hoeven niet per sé te worden beoordeeld.

Wanneer neem je de examens af?
Ons advies is om halverwege de periode het schriftelijk examen af te nemen en aan het einde de PvB-presentatie. Hiermee verdeel je de examenlast evenredig.

Als een student een onvoldoende haalt, moet hij dan herkansen?
Er geldt dat er minimaal een 4 gehaald moet worden. Bij oudere cohorten telt het keuzedeelcijfer niet mee voor de zak/slaagbeslissing.

Als een student wil herkansen, is er dan een nieuw examen nodig?
De PvB-presentatie kan met hetzelfde examenformulier herkanst worden. Er is geen tweede versie nodig omdat het examen in feite bestaat uit een ‘kader’ dat door de student zelf wordt ingevuld. Herkansing van het schriftelijk examen vraagt wel om een tweede versie. Deze is bij ons op te vragen.

Als ik meerdere exameneenheden gebruik om te examineren, hoe bereken ik dan het eindresultaat?
De berekening staat in het examenplan. Het examenplan is onderdeel van de docentenhandleiding.
De docentenhandleiding kan je hier aanvragen.

Hoe wordt het cijfer van de keuzedelen op het diploma berekend?
Hiervoor gaat de volgende compensatieregeling gelden:

  • het gemiddelde van de examenresultaten van de keuzedelen moet tenminste een 6 of ‘voldoende’ zijn;
  • voor minimaal de helft van de keuzedelen moet het resultaat tenminste een 6 of ‘voldoende’ zijn;
  • Een keuzedeelresultaat mag nooit lager dan een 4 of ‘onvoldoende’ zijn.

De compensatieregeling maakt het dus mogelijk om het diploma te behalen als niet voor ieder keuzedeel van de opleiding tenminste een 6 of tenminste ‘voldoende’ is behaald. Als de opleiding een verplichting heeft van slechts één keuzedeel, dan moet hiervoor ten minste een 6 of ‘voldoende’ zijn behaald.

De omvang van een keuzedeel wordt niet meegewogen in de berekening van het gemiddelde.

Voor het berekenen van het gemiddelde kun je zelf bepalen om met afgeronde of niet afgeronde resultaten per keuzedeel te rekenen; dit zolang dat is vastgelegd in het OER en het voor alle studenten hetzelfde is.

Hoe kan dat gemiddelde worden berekend als gekozen is voor een waarderingsschaal in woorden of O-V-G?
Daarvoor kan onderstaande omzettingstabel worden gebruikt.

Woord Cijfer O-V-G
Uitmuntend 10
Zeer goed 9
Goed 8 G
Ruim voldoende 7
Voldoende 6 V
Bijna voldoende/matig 5
Onvoldoende 4 O
Ruim onvoldoende 3
Slecht 2
Zeer slecht 1

Welke beoordelingsschaal kan ik het beste gebruiken bij het examen?
Een beoordelingsschaal in cijfers geeft de meeste mogelijkheden tot compenseren, zie hiervoor ook de antwoorden bij de voorgaande vragen.

Keuzedelen combineren?

Deze ondernemende keuzedelen kan je combineren:

MEER INFORMATIE?

Staat jouw vraag hier niet bij?
Wil je meer weten over de subsidiemogelijkheid?
Wil je van gedachten wisselen?

Bel Gerard Aaftink via 06 10168646.
Of stuur een mail naar info@dwvdo.nl

Recente berichten

Laat een reactie achter

2 × 3 =

0