Ondernemend onderwijs gaat over ondernemend gedrag, het opzetten van projecten, de beroepscontext en kennis van ondernemerschap. De vraag die mij vaak gesteld wordt is: hoe betrek ik mijn studenten er meer bij, hoe krijg ik ze actiever? De resultaten van ons onderzoek over ondernemend onderwijs geven het antwoord: studenten willen gezien worden.
Het thema ondernemend onderwijs krijgt binnen scholen steeds meer aandacht. Dat geldt voor het Mbo met de keuzedelen rond ondernemend gedrag en rond ondernemerschap. Het geldt voor het Hbo, met bijvoorbeeld studentbedrijven. In toenemende mate geldt het ook voor het VO. Het Entreprenasium is daarvan een mooi en succesvol voorbeeld.
Onderwijs op het gebied van ondernemend gedrag en ondernemerschap vraagt om andere lesvormen. Je gaat daarbij meer uit van de eigen verantwoordelijkheid van de student. Studenten moeten meer in actie komen. Vaak vereist dat een omslag in het gedrag van studenten, zeker in een omgeving die traditioneel gericht is op structuur, orde en rust.
Alleen een geïnteresseerd mens is een interessant mens.
Studenten gaven tijdens het onderzoek twee soorten reacties over ondernemend onderwijs.. De eerste opmerking is: “ik wil gezien worden”. Als je daarop doorvraagt dan blijkt dat ze ervaren dat het onderwijs als het ware over hen heen wordt uitgeschud. Een standaardaanpak, die vaak niet aansluit bij hun drijfveren en keuzes.
Een student van een kunstacademie wil zijn werk graag verkopen. Maar hij is niet geïnteresseerd in inkopen, verkopen en winst maken. Een student uiterlijke verzorging is geen boekhouder. Studenten verlangen van de docent dat hij de brug slaat tussen hen, hun toekomstig beroep en ondernemend gedrag. Aansluiting bij hun drijfveren is cruciaal.
Op mijn eigen niveau
Het tweede type opmerkingen heeft betrekking op het eigen niveau. Dat “eigen niveau” heeft twee verschijningsvormen. Het gaat daarbij over het intellectuele niveau, de diepgang van de lesstof die wordt aangeboden. Hoeveel diepgang heb je nodig om ondernemend gedrag of ondernemerschap in de vingers te krijgen?
In een omgeving waarin kennis vooral in theoretische vorm wordt aangeboden willen docenten nog wel eens doorslaan in de theorie. Maar ondernemend gedrag moet je doen. En ondernemen leer je niet ( alleen….) uit een boek.
Niveau 2 studenten
Het eigen niveau heeft ook betrekking op de manier van leren. Veel studenten leren door eerst te doen. Het eigen maken van de leerstof volgt daarna. Dat geldt zeker, maar niet alleen, voor studenten van niveau 2. Veel docenten vinden het lastig om deze groep studenten te bereiken als het gaat over ondernemend gedrag en ondernemerschap.
Eigenlijk is dat gek! De meest succesvolle route om ondernemend gedrag en ondernemerschap eigen te maken is: doen, ervaren en dan voelen. Dit past prima bij het leergedrag van niveau 2 studenten. Dat blijkt ook in de dagelijkse praktijk. Leerlingen van niveau 2 worden vaak uitstekende ondernemers.
Studenten willen gezien worden
Om studenten actiever te betrekken is het eerst en vooral nodig om verbinding te maken, om de student te erkennen in zijn vaardigheden, mogelijkheden en beperkingen. Daarom is bij ondernemend onderwijs moet je beginnen met het verkennen van de persoonlijke vaardigheden. Een actieve, coachende rol van de docent is daarbij onontbeerlijk.
Zodra de student zich gezien voelt, heeft hij vrije aandacht voor ondernemend onderwijs. Dan heeft hij ook aandacht voor de docent en de leerstof. Op dat moment is het belangrijk dat je als docent zelf ook ondernemend gedrag vertoont. Practice what you preach! Dan ontstaat de verbinding die nodig is om succes te halen.
Wil je de resultaten van het onderzoek over ondernemend onderwijs ontvangen? Vraag hier het rapport op.
Ik was gisteren bij een grote MBO-instelling die voor vier keuzedelen heeft gekozen voor een elektronische leeromgeving, een elo. Prima gemaakt, handige functies erin opgenomen. mooi. Wat mij wel opviel was de de sterke sturing van de student. Alle subcompetenties van bijvoorbeeld Ondernemerschap MBO (je eigen bedrijf starten) zijn zo gedetailleerd mogelijk uitgeschreven en in online lessen omgezet. Al die lessen bij elkaar vormen de stof van het keuzedeel. Over de coachende rol van de docent hebben we niet gesproken, maar ik kan me voorstellen dat die coaching zich richt op het uitvoeren van de verwerkingsopdrachten bij de lessen.
Vraag aan Gerard: is het uitvoeren van opdrachten in het kader van ondernemen volgens jou het ervaren van ondernemerschap, leren wat ondernemen is door het te doen?
Als ik een eerlijk antwoord mag geven dan vind ik het persoonlijk een slechte zaak dat je een onderneming via een ELO omgeving aanleert.
Als ondersteuning zeg ik ja, maar als uitvoering zeg ik nee.
Er is maar een uitdaging hierin. En dat is dat docenten zelf goed betrokken moeten zijn bij het proces en dat er draagvlak is binnen het team.
Wat ben ik blij en trots dat wij dit binnen ons team doen en dat er veel draagvlak is bij de collegae.
Bij ons is het zelf een onderdeel van het examen.
De leerlingen zijn niet altijd blij, maar me maken o zo veel progressie door.
kortom ondernemerschap leer je door te doen en niet vanuit een ELO
John Philippen