in Algemeen, Ondernemend gedrag

Meer dan de helft van de mbo-leerlingen die doorstromen naar het hbo halen geen hbo-diploma. 40% Valt zelfs af in het eerste jaar. De hoge uitval leidt tot teleurstelling en tot hoge kosten. Enige tijd geleden is onderzoek gedaan naar de resultaten van studenten die doorstromen. Deze opvallende conclusie is te trekken: ondernemend gedrag is een belangrijk onderdeel van succesvolle doorstroom.

Een groot aantal mbo-leerlingen kiest ervoor om niet te gaan werken in het beroep waarvoor ze geleerd hebben. In plaats daarvan gaan ze een studie aan het hbo volgen. Deze overstap verloopt vaak niet succesvol. Na vijf jaar studie heeft slechts 39% een hbo-diploma. Ruim de helft van de studenten stopt met de opleiding, waarvan 40% in het eerste jaar.

Daarmee doen mbo-leerlingen het slechter dan havo-leerlingen. Het opmerkelijke is dat de mbo-studenten minstens twee jaar extra onderwijs hebben gevolgd, en al een basis hebben voor het toekomstige beroep. Deze twee extra jaren aan het mbo wegen blijkbaar niet op tegen de vorming die leerlingen op het havo hebben gekregen.

In diverse onderzoeken is bestudeerd hoe dit komt. Het blijkt vaak te mankeren aan solide basiskennis en aan ondernemend gedrag.

Solide basiskennis

Het niveau van de basiskennis komt als knelpunt naar voren. Een goede beheersing van de Nederlandse taal en van het Engels is nodig. Dat geldt ook voor rekenen. Het 3F-niveau is het minimum, dat vaak echter niet echt wordt gehaald.

In het hbo wordt van studenten verwacht dat ze zelfstandig teksten lezen en uit boeken studeren. Deze vaardigheden blijken vaak te weinig ontwikkeld. Verslaglegging en het schrijven van rapporten blijkt ook vaak onvoldoende te zijn. In combinatie met de verwachte zelfstandigheid op hbo-niveau is dit een groot probleem voor veel mbo-leerlingen.

Te positief zelfbeeld en onderschatting

Studenten melden diverse oorzaken om de opleiding te staken: slecht advies, geen klassen maar veel individueel werken, veel zelf moeten doen, een hoog tempo en een groot niveauverschil met het mbo worden het meest genoemd.

Ook het abstractere denken vormt een belemmering. Het zelfstandig ontwikkelen van overzicht, het herkennen van structuur en het ordenen blijkt lastig.

De overgang van het mbo naar het hbo is een echte stap, de stap van leerling naar student. De combinatie van een te positief zelfbeeld en onderschatting van deze stap maakt dat mbo-leerlingen te snel kiezen voor een vervolg op het hbo.

Waarom een vervolg op het hbo?

Steeds meer mbo-leerlingen kiezen ervoor om door te leren. Maar waarom eigenlijk? Veel ouders willen graag dat hun kinderen doorleren. Vaak leidt een hbo-opleiding tot een “witte boorden”-beroep. Voor veel ouders, met name ouders met een niet-Nederlandse achtergrond, speelt dit een rol. Ook werkgevers geven steeds vaker de voorkeur aan medewerkers met een hbo-opleiding.

Ambities spelen een belangrijke rol bij de keuze voor een vervolgopleiding. Tijdens de bijeenkomst was een van de conclusies dat het goed is om hbo-ambities in een zo vroeg mogelijk stadium te inventariseren, en aan deze leerlingen gerichte aandacht te besteden.

Bij de inventarisatie staan twee vragen centraal:

  • Waarom kies je voor het mbo en niet voor de havo?
  • Waarom wil je naar het hbo?

Hierbij is het belangrijk om eerlijk te zijn en de leerling te confronteren, onder meer door geen “genade-zesjes” te geven. Gerichte aandacht en begeleiding maken de kans op succes groter. Daag potentiele hbo-ers uit!

Ondernemend gedrag als voorbereiding op het hbo

Tijdens de bijeenkomst kwam ook de vraag naar voren of een keuzedeel “Doorstroom mbo – hbo” de kloof kan verkleinen. Daarvoor zijn al diverse keuzedelen ontwikkeld, vaak met een beroeps-specifieke invulling.

Bij de overstap lopen leerlingen echter aan tegen persoonlijke vaardigheden die nog onvoldoende ontwikkeld zijn:

  • Creativiteit,
  • Kritisch vermogen,
  • Discipline,
  • Communicatievaardigheden,
  • Presenteren,
  • Discussiëren,
  • Plannen en organiseren, en bijvoorbeeld
  • Projectmatig werken.

Ook de basis van talen en rekenen moet op het gewenste, hogere niveau zijn.

Het ontwikkelen van deze vaardigheden staat centraal in het keuzedeel “Ondernemend Gedrag”. Dit keuzedeel is zeer geschikt in te zetten bij leerlingen met belangstelling voor een hbo-vervolg. Een (beroeps)specifiek keuzedeel over doorstroming is daarvoor niet nodig.

Recente berichten

Laat een reactie achter

twee + 17 =

0