in Ondernemerschap

Is V&D een uitzondering? Zijn de problemen eigen schuld dikke bult, of is er meer aan de hand? Personeel moet salaris en vrije dagen inleveren, verhuurders moeten genoegen nemen met lagere huren. De oorzaak is dat de omzet en daardoor de winst afneemt. De huren staan niet meer in verhouding tot de winst. Dit is de nabije toekomst voor de detailhandel, dus we moeten er maar aan wennen.

De maatregelen die V&D neemt zijn niet mis. Het eenzijdig verlagen van de salarissen van medewerkers komt nauwelijks voor in Nederland. De eis die V&D neerlegt bij de verhuurders van de panden, enkele maanden geen huur en daarna een lagere huur en wel per onmiddellijk, oogt bruut. De haast valt op. Maar als je naar de onderliggende economie kijkt is de eis logisch.

 

De afgelopen week was ik in winkelcentrum Presikshaaf in Arnhem. Een groot centrum uit de jaren 70, langgerekt, overdekt en met alle standaard winkels. Vier jaar geleden was het een druk centrum, nu waren er weinig bezoekers. Veel winkels staan leeg en zijn te huur. Het is maar een van de vele voorbeelden. Halfords, Schoenenreus, De Slegte, Free Recordshop: wie kent ze nog? De winkels uit het middensegment vallen weg, de economie van de detailhandel verandert drastisch.

De economie is veranderd

De komst van Internet heeft de economie van de detailhandel op zijn kop gezet. Via Internet kan je prijzen vergelijken, dus prijzen zijn transparant geworden. Waarom zou je meer betalen? Via webwinkels kan je de beste aanbieding bestellen en thuis afgeleverd krijgen. Een bezoek aan de winkel is dan niet meer nodig. Omdat je internationaal kan shoppen is het aanbod ook veel breder geworden.

Veel winkeliers werken via het oude concept: ’s ochtends zetten ze de deuren open en ze wachten tot de bezoekers de winkel binnenkomen. Maar wij komen niet meer. De gewone, alledaagse producten kopen we immers via internet.

Iemand moet de baksteen opvreten

De locatie van de winkel is dus steeds minder belangrijk. Investeerders, banken en pensioenfondsen waarderen hun bezittingen nog steeds op basis van locatie, A1 is nog steeds een begrip. Maar als de klanten niet meer kopen dan is de locatie geen goede grondslag voor waardering meer. Minder klanten op de locatie betekent minder omzet, minder winst en dat rechtvaardigt een lager huur. En dat is wat V&D wil.

Wat vaak vergeten wordt is dat de huurder, in dit geval V&D, de waarde van de locatie mede bepaalt. Hoe aantrekkelijker het assortiment is, hoe liever wij er willen komen. En het omgekeerde geldt ook. Als alle V&D’s door bijvoorbeeld Primark worden vervangen verschraalt het aanbod, en neemt de waarde van de locatie af. Pand èn huurder bepalen sámen de waarde van de locatie, dus niet alleen het pand.

Het grote probleem is dat de banken, investeerders en pensioenfondsen de locaties zwaar hebben gefinancierd op basis van hoge waarderingen van A1-locaties. Die waarde neemt sterk af, dus deze panden “staan onder water”. En nieuwe huurders zijn niet snel te vinden. Want welk bedrijf is groot genoeg om bijvoorbeeld het pand van V&D in Utrecht volledig te bezetten, zes verdiepingen groot? Afwaarderen is dus nodig. Zoals een ontwikkelaar het laatst noemde: iemand moet die baksteen opvreten.

Het effect op het onderwijs

Het wegvallen van winkels in het middensegment is een proces dat doorgaat en dat we niet kunnen stoppen. Het heeft effect op het onderwijs: op de korte en ook op de lange termijn.

Op de korte termijn vallen stageplaatsen weg. En voor pas afgestudeerde studenten vallen banen weg, in geval van V&D alleen al 6.500.  Op langere termijn staat de werkgelegenheid in de detailhandel onder druk. De beroepsperspectieven voor medewerkers in de detailhandel veranderen, maar worden vooral kleiner. Er zijn minder medewerkers nodig.

Maar waar moeten wij onze studenten dan wel op voorbereiden? In de opleidingen rond de detailhandel moeten we ons vooral richten op studenten die gedreven worden door het proces van in- en verkoop, door winst maken. Dat lijkt een open deur, maar dat is het in de praktijk niet. Die drijfveer moeten we helpen vertalen naar ondernemend handelen, en naar ondernemen.

De toekomst van de student in de detailhandel ligt op gebied van zelf aan de slag, op gebied van zelf ondernemen. Ondernemend handelen is de sleutel. Een eigen webwinkel, een eigen winkel, misschien een eigen pop-up shop, dat is de toekomst. Wellicht in een eigen pand, maar wel tegen een veel lagere huur. Dat is de les van V&D.

Recente berichten
11 Reacties
  • Mieke Hoek
    Beantwoorden

    Dag Gerard, Goed stuk. Ooit werd er tegen mij gezegd bij een slechtnieuws gesprek (reorganisatie bij de omroep) je moet het zien als een kans waar deuren dicht gaan gaan andere open. Makkelijk praten dacht ik. Maar toch kan het zo zijn. Het vraagt wel de knop om te zetten en dat moet je willen. Niet alleen om bv lager geschoold werk te gaan doen maar ook accepteren dat je minder verdient. En vanuit die basis weer vernieuwend gaan opbouwen De situatie in de detailhandel is o.a. ontstaan doordat de (digitale) wereld van nu zich sneller heeft ontwikkeld dan dat men in de detailhandel de concepten heeft aangepast. De consument van nu is niet meer de consument van toen. En daar moet de detailhandel vernieuwend op anticiperen. Voor de toekomst speelt vernieuwend onderwijs hier een belangrijke rol in. De aankomende ondernemers zullen gericht op het nieuwe werken en consumeren geschoold moeten worden.

  • Jan Megens
    Beantwoorden

    Je zou er bijna tranen van in de ogen krijgen, zowel van het verhaal van Gerard als dat van V&D zelf.
    V&D heeft gewoon simpelweg de boot gemist. Je hoeft geen bedrijfseconoom te zijn om dat vast te stellen: een simpel bezoek aan n ’emport welke gribusvestiging zal dat bevestigen.Nog zoiets: ikdenk niet dat de doelstelling van V&D is om stageplekken te creeren of te behouden.
    Kennelijk heeft de leiding van V&D nog nooit gehoord van zoiets als: een huurovereenkomst, een arbeidsovereenkomst etc.
    Te meer een reden om deze achterhaalde ondernemers zo snel mogelijk hun boeltje te laten pakken: ontruimen, en wel: als de wiedeweerga. En anders; ik zit ook even in liquiditeitsproblemen…. Zou de bank ook genoegen nemen met de melding dat ik daarom mijn hypotheekrente opschort en de omvang van de betalingen verlaag?
    Bij mijn weten staat de Efteling in Kaatsheuvel, DAAR kun je terecht met sprookjes, niet in de grote mensenwereld.

    • Gerard Aaftink
      Beantwoorden

      Tranen in mijn ogen krijg ik alleen vanwege de gevolgen voor 10.500 medewerkers.

      Voor zowel de verhuurder als voor de eigenaar van V&D heb ik minder mededogen. De eigenaar van V&D heeft op de top van de markt de panden, toen nog eigendom van V&D, verkocht. De opbrengst is weggesluisd, zoals dat heet. Vervolgens zijn de zelfde panden teruggehuurd, tegen hoge kosten. Nu wij, de klanten, meer via internet kopen blijft de omzet achter. Er is een bubble gecreëerd, door zowel de verhuurder als door de huurder.

      Verlaging van de huur is simpelweg marktconform werken. Marktwerking geldt niet alleen als alles goed gaat, maar ook als het slecht gaat. Dat is de les van V&D.

      • Jan Megens
        Beantwoorden

        En dat marktconform… zeg je dat ook tegen de hypotheekboer, die bijna voor niets geld leent en het doorleent aan jou voor 4 a 5%. Probeer het, en je krijgt te horen: contract is contract. Ja maar, beste boer, marktwerking weet U wel, heb ik net nog gelezen op het web.
        Twee keer raden wat je als antwoord krijgt.
        Het is en blijft zuur voor de medewerkers, maar dat geldt voor alle werknemers in vergelijkbare situaties.

      • bettie Aaftink
        Beantwoorden

        Interessant verhaal, Gerard! Blijkbaar is er weer een tendens naar kleinschalig ondernemen: terug naar de 19e eeuw vóórdat de paleizen voor de consument (vrouw!) werden opgericht, maar nu ook met e-commerce als mogelijkheid. Wat gaan we echter doen met de warenhuizen en grote winkels die vaak gezichtsbepalend waren voor een stad? Hoe gaan we ‘funshoppen’, of is het de klant voldoende om achter een beeldscherm te zitten? Kan me zoiets niet voorstellen. Pop-upshops zijn erg in, maar als je nog eens terug wilt, zijn ze verdwenen. Kleine zaakjes met een gespecialiseerd assortiment waar de ‘beleving’ en uitgebreid advies voorop moet staan? Heel leuk als vervolgens na alle kostbare tijd die je in je klant gestoken hebt, hij vervolgens het artikel digitaal bestelt! Bovendien stijgt de huur voor kleine zaken zodanig, dat ze noodgedwongen verdwijnen uit het straatbeeld. Dus vooral ook daar de huren omlaag!!!!

  • André Weber
    Beantwoorden

    De economische crisis is bijna een decennium oud, begonnen in de Verenigde Staten, vanaf 2009 duidelijk voelbaar in Nederland. Vele bedrijven zijn echter nog blijven hangen in de oude patronen van ondernemen, in de bestaande functies, in bestaande locaties. Onder druk wordt alles vloeibaar, zie de acties van de V&D-top. Na jaren van miljoenenverlies moet nu drastische actie worden ondernomen. Een voorlopig hoogtepunt in aankondigingen van faillissementen, massaontslagen en loonmatiging in het bedrijfsleven.

    Hoe reageert het (beroeps)onderwijs hierop op deze druk? Worden curricula vloeibaar, worden ook hier drastische maatregelen genomen om jonge mensen goed voor te bereiden op het leven na de school? Mijn antwoord op deze vragen is ontkennend. Ondernemendheid, ondernemerschap, creativiteit en innovatie zijn is voor de meeste opleidingen ‘belangrijke’ thema’s. Alleen weten docenten niet zo goed hoe deze leerstof is over te brengen. Net als in het ‘oude ondernemen’ wordt het onderwijs gekenmerkt door oude patronen: docenten als experts die alles afweten van één vakgebied, opleidingen die een vast assortiment (vakken) hebben. Voor dat assortiment moet de klant (student) naar de het schoolgebouw (winkel) komen, volgens een bepaald rooster.
    Zeker is kennis belangrijk, maar belangrijker is een ondernemende houding om je marktwaarde en overlevingskans te vergroten. Scholen die hier serieus werk van maken, bijvoorbeeld door hun docenten op- en bij te scholen in het geven van ‘ondernemend’ onderwijs trekken op den duur meer studenten, daar ben ik van overtuigd. Wat gebeurt er met scholen die dat niet doen? Ik vrees dat zij de consumenten zijn van de bakstenen van hun grote gebouwen. Ondernemend onderwijs is ‘blended’: online en fysiek, kennisdrachten en ervaringsopdrachten, kennisoverdracht en ‘serious gaming’, contact tussen docent en studenten, tussen studenten onderling, tussen bedrijven en studenten.

    Ik zeg niet dat ons onderwijssysteem erop gericht moet zijn om van alle studenten zelfstandige ondernemers te maken. Het is is naar mijn gevoel wel zo, dat zowel werknemers in loondienst als zelfstandige ondernemers zich ervan bewust moeten zijn dat de schoorsteen moet roken en wat zij persoonlijk daaraan kunnen bijdragen.

  • Wilko van der Ploeg
    Beantwoorden

    Hoi Gerard,

    Een verhelderend en duidelijk artikel. Grappig overigens, dat dit exact op dezelfde dag is gepubliceerd, waarop ik mijn eigen artikel over e-commerce heb gepubliceerd in mijn eigen blog.

    Voor het onderwijs is er mijns inziens inderdaad een belangrijke rol weggelegd met betrekking tot een ‘veranderend’ en meer ondernemend denken met betrekking tot handel en e-commerce. Tot mijn grote spijt ontdekte ik echter dat op de school van mijn zoon tegenwoordig wel aandacht wordt besteed aan het fenomeen ‘e-commerce’, maar dat de lesstof en de ideeën over e-commerce jaren achter lopen bij de praktijk.

    Toen ik in 1984 bij Arbeidsvoorziening ging werken, was één van de eerste projecten waar ik tegen aan liep een innoveringsproject van en voor het grafisch onderwijs op MBO niveau. De probleemstelling: Een grafisch student leerde nog zetten met de hand, terwijl hij in de praktijk gebruik moest maken van computers (die op de scholen ontbraken). Een complete mismatch tussen onderwijs en bedrijfsleven.

    Nu, ruim 30 jaar later is de kloof kleiner geworden, maar ik merk nog steeds dat er een kloof is: De ontwikkelingen gaan sneller. Met name daar waar ICT deel uit is gaan maken van het onderwijs werkt de normale cyclus van ‘methode ontwikkelen->boek schrijven->boek publiceren->methode introduceren op school’ niet meer. Onderwijsmateriaal wat op deze manier ontwikkeld wordt is per definitie achterhaald op het moment, dat de methode in gebruik wordt genomen.

    Een leuke uitdaging voor degenen, die de materialen ontwikkelen 😉

    • Gerard Aaftink
      Beantwoorden

      Ha Wilko,

      ik, en met mij vele anderen, herkennen dit beeld.

      De ontwikkelingen gaan zo snel dat het onmogelijk wordt om boeken actueel te houden.
      Precies dat is de reden waarom we ons materiaal digitaal aanbieden.
      Docenten kunnen hun eigen materiaal toevoegen en actueel materiaal onmiddellijk toevoegen.

      Daarbij merken we wel dat die werkwijze ook een andere opstelling van de docenten vraagt.
      Veel docenten zijn gehecht aan het werken met een boek.
      Maar die docenten die aan de slag gaan met online-werken bieden de studenten duidelijk meerwaarde!
      Studenten vinden het stimulerender.

  • Floris Croon
    Beantwoorden

    Wel een eenzijdig artikel
    De hedge fondsen hebben 2.5 miljard (2.500.000.000) euro uit het bedrijf gehaald laten nu iedereen bloeden en brengen geen cent terug in het bedrijf om te doen wat ze al lang hadden moeten doen namelijk het winkel concept aanpassen zoals bijvoorbeeld Harrods wel heeft gedaan toen ze in de zelfde problemen zaten en de Bijenkorf ook.
    Het oogt niet alleen bruut het is bruut
    Investeerders die geen hard hebben voor het bedrijf geen retrailers zijn niets gebracht hebben alleen maar hard hadden voor geld ten koste van alles.
    Op zich niet raar om in dit soort situaties medewerkers te vragen mee te doen maar dan moet je wel de plicht op je nemen hen een zekerheid te geven en dat doen de eigenaren geheel niet als je geen visie ontwikkeld hoe de formule er uit moet gaan zien en geen actie onderneemt om dat te ontwikkelen dat is echt mismanagement.
    Hoedt u voor hedgefondsen

    • Gerard Aaftink
      Beantwoorden

      Eens!

      Het is een ander aspect van de situatie rond V&D.
      En overgens niet alleen V&D. Ook bijvoorbeeld HEMA is door hedgefondsen leeggehaald en volgestopt met schulden.

      Hedgefondsen en soortgelijken zijn eigenlijk roofridders: ze plukken de velden leeg van mensen die er hard voor gewerkt hebben.

      Dit maatschappelijk probleem mag zeker meer aandacht krijgen.

  • Tineke Muller
    Beantwoorden

    Interessant dat veel personen op verschillende lagen in de samenleving ‘bezig zijn’ met de veranderingen in the city centres. Wat mij opvalt is dat er erg veel macht toegekend wordt aan de internet verkoop (en dat is op dit moment idd de grootste reden) maar dat de hele 3D revolutie nog niet meegenomen wordt. Dit wordt de volgende kaalslag van de detailhandel, Business wordt weer Consumer 2 Consumer. Verder was de inzet van V&D op internet verkoop te laat en werkte de website niet goed, een factor 100 vergeleken met Wehkamp of Zalando. Dit terwijl het assortiment goed was en is en veel goedkopere dan eerst genoemden, maar het was erg vervelend online shoppen bij V&D. Verder wil ik nog even reageren op de komst van een Primark, dit is een consumenten trekker, dus vind het niet realistisch om hierop onroerend goed af te waarderen. Primark is nu een redding voor een city centre, maar wanneer maatschappelijk ondernemen meer en meer verplicht wordt zal Primark ook history worden.

Laat een reactie achter

twee × vier =

0