Disruptie is een modewoord in het bedrijfsleven. Nieuwe technologieën, innovaties, het bestaande verstoren en nieuwe verdienmodellen, dat is de kracht van disruptie. Ook opleidingen experimenteren met disruptie, in het kader van ondernemend onderwijs. Nieuwe ideeën en studentbedrijven zijn daarvan voorbeelden. Maar wat nu als de disruptie niet zelf bedacht is maar van buiten komt? Hoe ga je dan om met innovaties?
Eerst aandacht voor de definitie: wat verstaan we onder disruptie? Het begrip disruptie is in 1995 groot geworden door Clayton Christensen. Kort samengevat betekent het dat bestaande markten fundamenteel worden verstoord door nieuwe producten en diensten, door innovatieve businessmodellen, door nieuwe marketingstrategieën en/of door innovatieve manieren van organiseren. Het leidt tot een blijvende, systematische verandering.
Sindsdien staat het begrip disruptie centraal bij consultants en managementgoeroes. De basisgedachte daarbij is:
- Ik heb grip op disruptie, ik kan het sturen.
- Ik bedenk een nieuw verdienmodel.
- Ik verover met mijn bedrijf of startup de leidende positie op mijn markt.
De doorbraak van digitalisering is daarbij vaak een van de drijvende krachten.
Voorbeelden
Er zijn legio voorbeelden van geslaagde disrupties. Denk aan AirB&B, Über of Netflix. Disruptie is, anders dan velen denken, iets van alle tijden. De CD heeft ooit de langspeelplaat verdrongen, de auto ooit paard en wagen en bijvoorbeeld de boekdrukkunst heeft ooit de handgeschreven boeken verdrongen. In die zin is het niets nieuws.
Omdat disruptie een modewoord is geworden wordt het te pas en te onpas gebruikt. Het lijkt wel door te schieten. Dat komt door de basisgedachte dat je grip hebt op disruptie, en dat je het vervolgens kunt sturen. De drang tot innovatie leidt tot een stroom aan nieuwe ideeën. Het idee ontstaat op eigen kracht, van binnenuit.
Disruptie van buiten
Maar wat nu als de disruptie van “buiten” komt? Een pandemie is daarvan een mooi voorbeeld. Met de stijging van de zeespiegel als disruptie hebben we in Nederland een lange traditie van dijkenbouw en waterbeheer opgebouwd. Een tekort aan geschoolde medewerkers, energietekort en extremere regenval en droogte zijn actuele voorbeelden van disrupties van buiten.
Kenmerkend voor disruptie van “buiten” is dat je er juist geen grip op hebt, je kunt het niet beheersen en je kunt er alleen maar op reageren.
Opvallend is dat de gevolgen van deze disruptieve ontwikkelingen weinig aandacht krijgen. Sterker nog, disrupties van buiten die je onder duurzaamheid kan samenvatten worden vaak negatief benaderd en krijgen weinig aandacht. Terwijl bijvoorbeeld de disruptie op het gebied van energie tot nieuwe verdienmodellen rond elektriciteit leidt!
Disrupties binnen ondernemend onderwijs
Binnen ondernemend onderwijs heeft de disruptie-gedachte ook een plek gekregen. Studenten worden aangespoord om zelf een nieuw product te bedenken, of een nieuw verdienmodel te bedenken. Persoonlijke creativiteit staat daarbij centraal in de lessen.
Studenten vinden dit vaak een erg lastige opdracht. Vooral bij studentbedrijven wordt dat duidelijk. Zelf in je hoofd een nieuw product of verdienmodel bedenken, en vaak ook nog in een groepje studenten, duurt soms erg lang. Het resultaat valt vaak ook tegen, meestal wordt de veilige weg van inkopen via internet en verkopen via een website gekozen. Het leereffect is daarmee gering.
Werk vanuit de context
De gedachte dat je een disruptief idee uit het niets kunt bedenken is een foute gedachte. Bij disruptieve ideeën, van ‘binnen’ en van ‘buiten’ is kennis van het product, samenwerken met (potentiele) klanten, en kennis van marktbewerking de basis. De interactie en de samenwerking van klanten vormen de sleutel tot succes.
Ondernemend onderwijs bestaat in dat geval in het ontwikkelen van de nodige vaardigheden. Creativiteit is vanzelfsprekend belangrijk. Samenwerken is dat evenzeer, net als netwerken en het verkennen van trends en ontwikkelingen in de markt. Op die manier leren studenten om in te spelen op innovaties.