Ondernemerschap wordt bij steeds meer opleidingen aangeboden, bijvoorbeeld als keuzedeel. Een belangrijke keuze, want veel studenten zullen er tijdens hun loopbaan mee te maken krijgen. Maar ook lastig uit te voeren. Er zijn diverse keuzedelen die zich richten op ondernemerschap. Hoe maak je de juiste keuze? Hoe richt je onderwijs over ondernemerschap in zodat het ook gaat leven bij je studenten? In deze blog een overzicht van drie mogelijkheden.
Steeds meer studenten zijn zich ervan bewust: de kans dat zij in hun inkomen moeten gaan voorzien als ondernemer is groot. Misschien alleen tijdelijk, wellicht als ZZP-er, maar de kans is groot. Steeds meer opleidingen zijn daarvan doordrongen en bieden studenten de mogelijkheid om kennis te maken met aspecten van ondernemerschap.
Maar wat is nu een goede manier om studenten kennis te laten maken met ondernemen? Hoe leer je ze wat ondernemen in hun toekomstige beroepspraktijk inhoudt? Er zijn drie manieren om hier invulling aan te geven.
Eerste kennismaking
Als het toekomstig beroep traditioneel weinig wordt uitgevoerd als zelfstandig ondernemer, is het handig om te beginnen met een eerste kennismaking. Dat kan in de vorm van het keuzedeel “Oriëntatie op Ondernemerschap”, 240 SBU.
In dit keuzedeel maken studenten kennis met de basisbegrippen van ondernemen en doen ze eerste ervaringen op aan de hand van opdrachten. Het doel van dit keuzedeel is te weten wat er bij ondernemen komt kijken, en op welke vaardigheden ondernemers worden aangesproken. Het keuzedeel rondt af met een conclusie: past ondernemen bij mij?
Ingewikkelde berekeningen komen in dit keuzedeel niet voor, grote plannen hoeven niet gemaakt te worden. Dit keuzedeel kan breed inzet worden. Het wordt afgerond met een proeve.
Vaak wordt gevraagd of studenten eerst het keuzedeel ondernemend gedrag moeten hebben gevolgd. Dat is niet nodig.
De kern
In de situatie dat ondernemerschap een waarschijnlijke optie is voor studenten ligt het keuzedeel Ondernemerschap mbo voor de hand, 480 SBU.
In dit keuzedeel maken studenten kennis met alle aspecten van ondernemerschap en maken ze zich de onderliggende theorie eigen. De volle breedte van ondernemen komt aan bod, met onder meer een ondernemingsplan en een marketingplan. Dit wordt geëxamineerd.
Het is niet noodzakelijk dat studenten eerst het keuzedeel “Oriëntatie op ondernemerschap” hebben gevolgd, voordat ze beginnen aan het keuzedeel “Ondernemerschap mbo”. Maar het kan wel, en het is ook handig te organiseren!
Een praktische invulling is om alle studenten te laten beginnen met Oriëntatie op ondernemerschap. Rondt dit keuzedeel af, en ga door met die studenten, die zich willen verdiepen in ondernemerschap. Op deze manier ontstaat een doorgaande leerlijn.
Aan de slag
Het opbouwen van klantrelaties blijkt telkens weer het belangrijkste onderdeel van ondernemerschap te zijn. Het keuzedeel “Ondernemerschap mbo” legt een fundament. Hierna komt het échte werk: hoe krijg ik klanten? Hoe leg ik contact met klanten en hoe onderhoud ik klantrelaties? Ondernemen is ervaring opdoen, met klanten omgaan, succes én tegenslag ervaren.
Door studenten gedurende een schooljaar gericht klantrelaties te laten opbouwen krijgen ze deze ervaring. Wat zijn koopargumenten en hoe speel ik hier op in? Belangrijk is wel om het op een moderne manier te doen, op basis van websites en social media. De methode Wie niet kiest wordt niet gekozen biedt hierbij ondersteuning.
Deze invulling met de naam “wie niet kiest wordt niet gekozen” gaat een stap verder dan het keuzedeel “Ondernemerschap mbo” strikt genomen vraagt. Maar het maakt ondernemen realistischer en waardevoller! Op deze manier bied je je studenten meerwaarde als het gaat over serieus ondernemerschap.
Kies wat bij je studenten past
Samengevat zijn bij de invulling van het onderwerp ondernemerschap twee thema’s belangrijk: wat is ondernemerschap binnen mijn beroepsomgeving en wat helpt mijn studenten het beste?
Als docent maak je de verbinding tussen ondernemerschap in het beroep en de student. Overzicht en een goed gevulde anekdotetrommel zijn daarbij belangrijk.
Maar het belangrijkste is om aan te sluiten bij het vertrekniveau en de belangstelling van de student.
