in Algemeen

Acht pagina’s besteedde De Volkskrant op 29 mei aan onderwijs op afstand. De ervaringen van basisschool tot universiteit werden uitgebreid besproken. Het mbo kwam echter nauwelijks aan bod. En dat is vreemd, want voor circa 60% van de studenten is het mbo de hoogste opleiding. Maar nog veel belangrijker: in het mbo staat het beroep en de praktijk centraal, en niet de theorie. Wat zijn de specifieke ervaringen binnen het mbo met onderwijs op afstand?

Deze ervaringen boden wij aan bij De Volkskrant. Deze wilde de informatie niet plaatsen.

‘Het is net alsof ik les geef via een rietje’, was het commentaar van een docent in ons onderzoek naar leren op afstand. In april en begin mei hebben we onderzocht hoe docenten en studenten het leren op afstand ervaren. De conclusie is kristalhelder: leren op school heeft veruit de voorkeur van alle betrokkenen. Deze cijfers gaven de respondenten:

De conclusie springt er uit: leren op afstand krijgt een (genade) zesje, terwijl leren op school een trotse 7,7 ontvangt. Dit beeld gaat over de hele linie op. Docenten zijn negatiever over leren op afstand dan de groep ‘managers en overige’. Wellicht komt dat doordat de docenten het leren op afstand in de praktijk ervaren en de managers in mindere mate.
Ook studenten geven de voorkeur aan onderwijs op school.

Voordelen wegen niet op tegen de nadelen

Gevraagd naar de ervaringen komen er drie knelpunten naar voren.

Praktisch aan de slag
Mbo-ers bereiden zich voor op een praktisch beroep, zoals metselaar, verzorgende of kok. Les in wiskunde kun je online geven. Maar hoe geef je online les in metselen? Hoe begeleid je online studenten bij het leren van ouderenverzorging? Hoe leer je online koken en weet je dat het nog goed smaakt ook?

Online onderwijs kan goed werken bij theorievakken. Maar voor het aanleren van de meeste praktische vaardigheden is het geen alternatief voor leren op school.

Extra inspanning
Onderwijs op afstand vergt een grotere inspanning van de docenten. Bijna driekwart besteedt (veel) meer tijd aan de voorbereiding van de les. Ook de uitvoering en de opvolging (het nakijken van ingezonden werk) kost meer tijd. Opvallend is dat ook de administratie (veel) meer tijd blijkt te kosten.

Tegenover de extra inspanning worden geen betere maar wel mindere resultaten gemeld. Daardoor wordt leren op afstand door de docenten als extra belasting ervaren.

Didaktiek
Online lesgeven vergt een andere didaktiek dan klassikaal lesgeven. Van studenten wordt een grotere zelfstandigheid verlangd. De les is vooral verbaal. Maar kunnen studenten van niveau 2, 3 of 4 dat wel aan? De interactie is beperkt, en dat vinden zowel de docenten als studenten erg vervelend. Interactie als in de klas wordt erg gemist.

Als docenten en studenten mogen kiezen

Leren op afstand wordt door 60% gezien als een aanvulling voor leren op school. Een kwart beschouwt het als een verarming of geen alternatief. Onderdelen van wat nu online gebeurt kunnen volgend jaar weer worden gebruikt maar leren op school heeft veruit de voorkeur. Van de docenten geeft 92% volgend jaar de voorkeur aan lesgeven op school.

Veruit de meeste studenten zijn het daar mee eens. Het praktisch aan de slag gaan, de interactie tussen docent en student en tussen studenten onderling worden enorm gemist. Docenten vragen regelmatig om meer maatschappelijke waardering. Een groter compliment als deze conclusie kan je als docent toch niet krijgen?

Recente berichten

Laat een reactie achter

negentien − 14 =

0