Sport wordt vaak als voorbeeld gebruikt bij ondernemers en het onderwijs. De inzet van de sporter, zijn vermogen tot doorzetten en klinkende resultaten inspireren en vormen een voorbeeld. En toch. Het Nederlandse voetbal maakt zich zorgen over de toekomst en komt met maar liefst elf speerpunten ter verbetering. Als de sport de spiegel voor het onderwijs is, wat kunnen we dan leren van de elf speerpunten van het Nederlandse Voetbal?
Sportmensen vormen vaak een voorbeeld voor ondernemers. De inzet van een sportman of –vrouw, zijn doorzettingsvermogen en zijn, meestal individuele, prestatie spreken tot de verbeelding. Juist die individuele prestatie maakt de sportman tot een geschikte metafoor. De ondernemer kan zich met zijn inzet en prestaties spiegelen aan een topsporter.
Ondanks uitstekende resultaten in 2014 maakt de grootste sport van Nederland, het voetbal, zich zorgen over de toekomst. De Hollandse Stijl komt in de verdrukking, het clubvoetbal lijkt qua resultaten weg te zakken. Maar liefst elf speerpunten moeten het voetbal op [weer] op een hoger plan brengen. De adviezen lijken erg goed toepasbaar voor ondernemend onderwijs.
Speerpunten
De belangrijkste speerpunten staan hieronder. Voor het gemak heb ik de voetbaltermen vervangen door onderwijstermen.
- De kwaliteit van docenten nog meer centraal stellen,
- De kwaliteit van de lessen onder de loep nemen,
- De opleiding langer doortrekken,
- Een opleidingsplicht voor alle scholen in Nederland,
- Hogere eisen stellen aan leerlingen en hun resultaten,
- Meer topprestaties creëren,
- Meer aandacht voor de loopbaanontwikkeling,
- Vasthouden aan de onderwijscultuur, maar meer focus op de winnaarsmentaliteit,
- Nog meer aandacht op persoonlijke ontwikkeling van talenten,
- Het opleiden van scouts, en
- Meer verantwoordelijkheid voor de student, binnen en buiten de school.
Hogere eisen
Wat meteen opvalt is dat bijna alle onderwerpen ook van toepassing zijn op ondernemend onderwijs. Alleen de opleidingsplicht en de scouts vallen uit de toon. Hoewel er voor de scouts wel wat te zeggen is. Het bedrijfsleven scout nu al intensief op Universiteiten. Hoelang zal het duren voordat bedrijven en organisaties gaan scouten op geschikte HBO- en MBO-studenten?
De persoonlijke ontwikkeling van de sporter, en hier dus de student, krijgt erg veel aandacht in de aanbevelingen. Dit is volledig in lijn met de gedachten rond de 21th century skills. Er is ook veel aandacht voor eisen stellen en het leveren van topprestaties, om de echte top te halen. Voor velen is dat nieuw. Opnieuw houdt de sport ons de spiegel voor.
Kwaliteit van docenten en hun lessen
De eerste twee posities worden ingenomen door de docenten en hun lessen. Deze moeten onder de loep genomen worden en nog meer centraal staan. Een steun in de rug voor iedereen die vindt dat er geïnvesteerd moet worden in de kwaliteit van het onderwijs.
De docent en het management van het onderwijs vormen wel het rolmodel voor de studenten. Als van de studenten verwacht wordt dat ze topprestaties leveren, dat er eisen worden gesteld, dan geldt dat natuurlijk ook voor de docenten en managers.
Investeren in kwaliteit
Wie in de spiegel van de [voetbal]sport kijkt herkent dat er geïnvesteerd moet worden in kwaliteit van het onderwijs. Dat kan door beter in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen: de technologie, de veranderen eisen van de studenten en de veranderende arbeidsmarkt. Met andere woorden: ondernemend onderwijs dat studenten voorbereid op een rol als zelfstandig vakman, op HBO- of op MBO-niveau.
Ik ben het roerend eens met de parallel. Echter mis ik nog de competitie, iets wat menig sportsoort tot sport maakt. Waarin ben ik beter dan de ander, waarin kan ik mij onderscheiden, hoe hoog leg ik mijn lat, immers daardoor ga ik hoger springen. Kortom, het onderwijs dient meer te prikkelen, uit te dagen tot competitie en daarmee vooral ondernemender te worden met nadruk op eigenaarschap. Ik zie vele kansen!
Wim Rutgers