in Algemeen

Hoe start ik mijn lessen over ondernemend gedrag en over ondernemerschap? Dat is een lastige vraag, waarmee ook veel docenten worstelen. Veel studenten hebben immers nog geen beeld van ondernemen, dus hoe kan je ze bereiken? De eerste lessen over ondernemend gedrag en ondernemerschap kan je het best beginnen met het ontwikkelen van context. Vandaag een suggestie voor die eerste les.

Onderwijs over ondernemend gedrag, oriëntatie op ondernemerschap en ondernemerschap blijkt lastig op te starten. Studenten moeten hun persoonlijke ondernemende vaardigheden verkennen en ontwikkelen. Aan de hand daarvan moeten ze onderzoeken of het opzetten van een eigen bedrijf voor hen een reële optie is. Ze moeten zich in elk geval ontwikkelen tot een ondernemende medewerker.

Het probleem daarbij is dat studenten (meestal) niet weten wat er met ondernemend gedrag wordt bedoeld. Ook weten ze nauwelijks wat er komt kijken bij het opzetten en voeren van een onderneming. Dit gebrek aan kennis en ervaring betekent dat ze geen context en geen referentie hebben. Wat is hun houvast?

Daarom moeten de eerste lessen over ondernemend gedrag en ondernemerschap beginnen met het ontwikkelen van context. Het basismodel van De Wereld van de Ondernemer helpt hierbij.

Het basismodel

Het basismodel definieert de vijf thema‘s van ondernemen. De ondernemer staat centraal in de lichtblauwe cirkel. Daaromheen liggen de vlakken product, markt, financiën en organisatie. Dit is de logische volgorde van het model.

Het basismodel laat zien wat er bij ondernemen komt kijken. Belangrijk is te beseffen dat ondernemen inhoudt dat je verantwoordelijkheid neemt voor het gehele proces: alle thema’s van product, markt, financiën en organisatie!

Zo pas je het basismodel toe

Voorbereiding

Het doel van deze les is om het basismodel te ontwikkelen samen met de studenten. Dat doe je interactief, door vragen te stellen en door in te gaan op de antwoorden.

Maak gebruik van een smartboard of beamer. Kijk bij de voorbereiding waar de verschillende thema’s worden afgebeeld.

Zorg voor voldoende post-its: minimaal drie per student. Deze post-its plak je straks op het bord, op de juiste plek.

Ronde 1: De startvraag

Begin de les met de vraag of de studenten een ondernemer kennen: vader, broer, oom of buurman.

Ronde 2: Wat komt er kijken bij ondernemen?

Stel de vraag: “wat komt er kijken bij het opzetten en voeren van een bedrijf? Wat doet een ondernemer?”

Laat elke student minimaal drie dingen op een post-it schrijven, één onderwerp per post-it. Geen discussie, doe dit in stilte. Doe dit snel, maximaal drie minuten.

Ronde 3: inventariseer de post-its.

Haal als docent de post-its op, alle drie of meer tegelijk. Doe dit student voor student. Het is belangrijk dat elke student even de aandacht krijgt. Lees hardop voor wat er staat, vraag bij een post-in om toelichting.

Deel de post-it’s in in een van de thema’s:

  • De ondernemer
  • Product
  • Markt
  • Financiën
  • Organisatie

Hang de post-it op de plek waar straks, als je de beamer of smartboard aanzet, het betreffende thema verschijnt. Doe dit zonder de thema’s te benoemen.

Een hoog tempo is nodig, maximaal 10 minuten. Zorg dat iedereen even de beurt krijgt, benoem doublures.

Ronde 4: Bespreek de vlakken met post-its

Als alle studenten aan bod zijn geweest hangt het bord vol met post-its, gegroepeerd naar de thema’s. Bespreek wat je ziet, benoem dat er clusters zijn. Waar hangen er veel, waar hangen er weinig? Valt iemand iets op?

Ronde 5: bouw het model op

Bouw het model van De Wereld van de Ondernemer op, thema voor thema. Gebruik hiervoor de powerpoint van de docentenhandleiding. Heb je deze nog niet dan kan je deze hier aanvragen.

Het vervolg

Ronde 6: er op uit

De studenten weten nu welke thema’s er komen kijken bij ondernemend gedrag en ondernemerschap. Het toepassen van deze kennis is belangrijk om de kennis te verankeren.

Een inspirerende opdracht rond ondernemerschap is het interviewen van een ondernemer. Deze opdracht staat vermeld op pagina 30 van de methode De kern van Ondernemen, en op pagina 24 van de methode Proeven van Ondernemerschap.

Voor ondernemend gedrag 3-4  en voor Ondernemend Gedrag 1-2  zijn opdrachten 1.1 en 1.2 op pagina 21 leuk om uit te voeren.

Deze opdrachten  kunnen in 2- of 3-tallen worden uitgevoerd, tijdens de les of als huiswerk. Stimuleer gebruik van middelen als Kahoot, filmpjes met de mobiel of bijvoorbeeld mindmaps.

Rond 7: ervaringen delen

Deze ronde is het begin van de volgende les. Laat de resultaten tonen, en bespreek deze. Vraag door.

Ik gebruik deze opzet altijd bij het begin van trainingen rond ondernemerschap. Het is eenvoudig, praktisch en het biedt context. Deze opzet is gericht op een klassikale start van de lessen. Dat is voor dit onderwerp zeker aan te raden!

Recente berichten

Laat een reactie achter

18 − twaalf =

0