in Keuzedelen

Veel bedrijven zoeken medewerkers die hun beleid rond duurzaamheid vormgeven. Duurzaamheid is dé motor achter hun innovatie en de ontwikkeling van nieuwe producten. Voor klanten is het een belangrijk koopargument. Van medewerkers wordt verwacht dat ze hierop kunnen inspelen. Met een duurzaam project bereidt de student zich voor op deze rol. In deze blog een suggestie hoe je dit kan opzetten.

Ook binnen het (mbo)onderwijs speelt het thema duurzaamheid een steeds grotere rol. De uitdaging daarbij is om dit goed in het onderwijs in te bedden. De andere uitdaging is om het begrip duurzaamheid concreet vorm te geven. Duurzaamheid is immers een containerbegrip. Hoe maak je het nu concreet voor jouw beroep?

Een praktische en goed hanteerbare manier is het werken in projectvorm, waarbij je werkt met een externe opdrachtgever. Dat kan heel goed een ondernemer zijn. Als docent ben je dan vooral de begeleider van het project, en verzorg je de examinering. Hierna volgt een beschrijving en enige praktische tips.

Beschrijving

Een duurzaam project is een project dat zich richt op het bedenken van een duurzame oplossing voor een ongewenste situatie of probleem. De opdracht voor het project kan van binnen de school komen, maar ook van een externe opdrachtgever. Een externe opdrachtgever maakt het voor de studenten ‘echter’.

Dit is een win-win-situatie. Het bedenken van een duurzame oplossing levert de school of de opdrachtgever iets op, maar ook de student. Hij leert immers hoe je je kennis van duurzaamheid inzet om tot een praktische oplossing te komen.

Belangrijk is dat het duurzame project een echt probleem oplost. Bij grote voorkeur doe je dit voor een opdrachtgever uit de beroepspraktijk, buiten de school. De student werkt in een projectteam van ongeveer vier personen. Het projectteam is dan opdrachtnemer. Zij zijn verantwoordelijk voor het project en voeren de opdracht uit. De docent is projectbegeleider, hij stuurt bij waar het nodig is.

Een duurzaam project in stappen

Het opzetten van een project over duurzaamheid lijkt sterk op het starten van een onderneming. Dat doe je in stappen:

  1. De eerste stap is het bedenken en uitwerken van een duurzaam project. Belangrijke onderwerpen zijn: voor wie voeren we het project uit, wat is de vraag precies, wat moeten we precies opleveren, waar moet het aan voldoen?
  2. Er wordt een projectteam van vier studenten gevormd.
  3. De student beschrijft het project in de vorm van een projectopdracht.
  4. De student voert vooronderzoek uit.
  5. Vervolgens maakt het projectteam een Project Plan van Aanpak en een financieel overzicht.
  6. Het Project Plan van Aanpak is de basis voor de verdere uitwerking van het project.
  7. Halverwege de projectduur wordt de tussenstand opgemaakt: hoever zijn de studenten en waarbij hebben ze (meer) bijsturing nodig?
  8. Het team rondt het project af door het opleveren van het gevraagde resultaat, een presentatie en een persoonlijk verslag. De docent beoordeelt de resultaten van het project.
  9. Na afloop van het project is er een bijeenkomst waarin je het project samen met het studententeam, evalueert.

Verdere uitwerking van de stappen en bijbehorende lesstof vind je hier.

Beoordeling

De beoordeling van het duurzame project gebeurt aan de hand van drie aspecten:

  1. Een beoordeling van het opgeleverde eindresultaat van het project. Dit is een teamcijfer en telt 4X mee.
  2. Een presentatie waarin het team de voorbereiding, uitvoering en het bereikte eindresultaat van het project presenteert. Dit is een teamcijfer en telt 1X mee.
  3. Een persoonlijk verslag dat inzicht geeft in werkzaamheden en bijdragen van de student aan het project. Het persoonlijk verslag wordt beoordeeld met een individueel cijfer en telt 4X mee.

Pas als a, b en c voldoende zijn worden de cijfers opgeteld en gemiddeld. Bij onvoldoende volgt een reparatie-opdracht.

Berekening eindcijfer is:  (4a + b + 4c) / 9 (afronden op één decimaal, cesuur is 5,5).

Examens voor het keuzedeel Duurzaamheid in je beroep kan je hier aanvragen.

Praktische tips

Valkuilen

Soms worden lessen Duurzaamheid op een bijna triviale manier ingevuld: draai een druppelende kraan dicht, gebruik geen plastic zakken of gebruik LED-verlichting. Voor veel studenten is dit zo vanzelfsprekend dat het ze niet boeit. Duurzaamheid wordt op deze manier te simpel benaderd en hierbij leren ze niets. De lat mag hoger!

Een andere valkuil is dat problemen juist te omvangrijk worden opgepakt. Zo omvangrijk dat het de belevingssfeer en de mogelijkheid van de student om er iets aan te doen ver overstijgt. Het smelten van de ijskap is daarvan een voorbeeld. Duurzaamheid is hierbij te groot. “Als het zo groot is en ik kan er toch niets aan doen, laat dan maar”, is dan de reactie.

Vertalen naar het beroep

De ontbrekende stap is de praktische vertaling van duurzaamheid naar het beroep. Daarbij gaat het erom dat studenten gaan herkennen wat de práktische vertaling van duurzaamheid in hun beroepspraktijk betekent.

Dat kan gaan om min of meer vanzelfsprekende dingen; in de bouw bijvoorbeeld over het scheiden van afvalstromen en het hergebruik. Of van afval in een ziekenhuis of zorginstelling. Maar het kan ook gaan over innovatieve verbeteringen, zoals het terugwinnen van niet-gereageerd cement in beton.

 Meer weten?

In de methode Duurzaamheid in je beroep vind je veel meer praktische informatie om met duurzaamheid aan de slag te gaan.

Recente berichten

Laat een reactie achter

7 − zeven =

0