in Keuzedelen, Ondernemerschap

Ondernemen blijft actueel. Ook, en misschien wel juist, na Corona ontstaat er ruimte voor nieuwe ideeën en voor nieuwe bedrijven. Misschien speelt dit ook bij uw studenten. Dan is het keuzedeel Ondernemen mbo een passend keuzedeel voor creatieve en jonge ideeën van de studenten. Daar hoort een goede basis en een goede voorbereiding bij. De Kern van Ondernemen is daarvoor inmiddels een klassieker, praktisch en actueel.

Hoe gaan we volgend schooljaar door met de keuzedelen? Deze vraag stellen veel opleidingen. De keuzedelen zijn een paar jaar geleden ingevoerd en examinering daarvan is verplicht. Gaan we door met de huidige keuzedelen of maken we andere keuzes?

Graag zouden we u ontmoeten om uw vragen en de mogelijkheden te bespreken. Helaas kan dat in de huidige omstandigheden niet. Daarom staan de blogs de komende weken in het teken van de ondernemende keuzedelen.

Deze week staat het keuzedeel Ondernemerschap mbo centraal. Onze methode hiervoor heet De Kern van Ondernemen. We lichten het keuzedeel toe met als onderwerpen:

  • Hoe zet je De Kern van Ondernemen in?
  • Les geven
  • Examineren

Staat jouw vraag er niet bij of heb je suggesties? Bel ons via 06 10618646 of mail via info@dwvdo.nl.

Hoe zet je Ondernemerschap mbo in?

De bedoeling van het keuzedeel Ondernemerschap mbo is dat de student zich voorbereidt op zijn rol als ondernemer. Is ondernemerschap iets voor hem of haar? Hoe zet hij zijn  vaardigheden zo goed mogelijk in? Aan de hand van een compleet overzicht maakt de student kennis met alle aspecten van ondernemen als ZZP-er of als een kleine ondernemer.

Het beste resultaat haal je als je de student aan het werk zet met opdrachten of projecten in de beroepspraktijk. De praktijk staat centraal. Biedt begrippen en theorie aan zodra de student er aan toe is, tijdens zijn activiteiten.

Stimuleer studenten om aan de slag te gaan, om samen te werken en om resultaten te halen. Op die manier halen zij de grootste leereffecten. Vermijd passieve momenten zoals films kijken en veel computergebruik. Hierdoor lopen energie en betrokkenheid van studenten weg.

Onderwijs

Wat is het verschil tussen Ondernemerschap mbo en Oriëntatie op Ondernemerschap?
Bij het keuzedeel Oriëntatie op Ondernemerschap staat de vraag centraal of ondernemerschap een reële optie is voor de student. Bij Ondernemerschap mbo staat het opzetten van een eigen bedrijf centraal en wordt dieper ingegaan op alle aspecten van ondernemerschap.

De preview van Ondernemerschap mbo vind je hier.
De preview van Oriëntatie op Ondernemerschap vind je hier.

Wat moet ik als docent kennen en kunnen?
Het keuzedeel vereist van de docent affiniteit en bij voorkeur enige ervaring met ondernemerschap. Gevoel voor cijfers is wel belangrijk! Brede kennis van boekhouden is niet nodig.

Als docent sla je de brug tussen de student en de beroepspraktijk. Het is daarom belangrijk de beroepspraktijk goed te kennen en voorbeelden uit te praktijk te kunnen geven.

Hoe bereid ik me voor?
Ondernemerschap heeft inkleuring nodig van de beroepsomgeving. Ondernemerschap in bijvoorbeeld de retail met inkoop en verkoop is anders dan in bijvoorbeeld de zorg. Als docent moet je de verbinding maken tussen ondernemen en de beroepscontext. Voorbeelden en anekdotes uit de beroepscontext helpen daarbij.

Hoe leg ik de relatie met de praktijk?
Ondernemen is een combinatie van praktijk met ondersteunende theorie. Studenten moeten aan de slag en ervaring opbouwen! Een studentbedrijf kan een goede invulling zijn.

Zijn de begrippen nodig?
Ja, begrippenkennis wordt beschreven in het keuzedeel. Studenten moeten zich de begrippen eigen maken om letterlijk woorden te kunnen geven aan hun keuzes en gedrag.

Is een ondernemingsplan nodig?
Ja. Het ondernemingsplan wordt geëxamineerd.

Hoe ziet de lesopbouw eruit?
In de docentenhandleiding vind je een urentabel voor BOL en LBB.

De docentenhandleiding kan je hier aanvragen.

Hoe geef ik les aan een BBL-klas?
Ook binnen de BBL zijn keuzedelen verplicht. Het keuzedeel bestaat uit 480 SBU. De praktijkopdrachten kunnen goed op de werkplek worden uitgevoerd. Op school hoeven dan alleen de begrippen te worden behandeld.

Boek of online?
Beide zijn mogelijk. Een boek is handig omdat het de studenten structuur en overzicht biedt. In die situaties dat studenten niet vaak op school zijn zoals in geval van BBL voegt een online-omgeving toegevoegde waarde.

Hoeveel contacturen zijn nodig?
Het keuzedeel Ondernemerschap mbo beslaat 480 SBU. Gemiddeld worden 180 – 280 contacturen aangeboden. Er is geen wettelijke ondergrens bepaald. Afhankelijk van de voorkennis van de studenten zijn meer of minder contacturen nodig.

Wie kiest voor de methode van DWvdO?
De methodes van DWvdO gaan uit van de professionele beroepspraktijk. De kenmerken zijn: volledig, gebaseerd op uitgebreide ervaring met ondernemers, degelijk en compleet met aansluitend examen. De methodes zijn zowel als boek als digitaal verkrijgbaar, met digitale docentenhandleiding. Wie dat belangrijk vindt kiest voor DWvdO.

Examinering

Moet een keuzedeel geëxamineerd worden?
Ja, een keuzedeel moet geëxamineerd worden. Vanaf cohort 2020 telt het resultaat mee in de zak/slaagbeslissing.

Is er een examen beschikbaar?
Ja. Het examen is geschreven op de eisen van het keuzedeel. De examens zijn zo opgesteld dat de student deze geheel zelfstandig kan begrijpen en uitvoeren.

Waaruit bestaat het examen?
Het examen Ondernemerschap mbo bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Een ondernemingsplan,
  • Een promotieplan,
  • Een verkoopplan,
  • Een theorie-examen Financiële administratie,
  • Een verkooppitch.

Previews van het examen kan je hier aanvragen.

Studenten werken samen in een studentbedrijf. Hoe examineer ik dan?
Studenten moeten individueel geëxamineerd worden. Beoordeling per groep is niet toegestaan. Het studentbedrijf kan als examenportfolio bij het examen ingezet worden.

Moet het examenportfolio worden beoordeeld?
De methode bevat opdrachten voor het examenportfolio. Het examenportfolio mag als input gebruikt worden bij het examen. De opdrachten van het examenportfolio moeten wel gemaakt worden maar hoeven niet per sé te worden beoordeeld.

Wanneer neem je de examens af?
Ons advies is om halverwege de periode het ondernemingsplan te beoordelen. Daarna kan je de overige onderdelen examineren. Zo verdeel je de examenlast evenredig in de tijd.

Als een student een onvoldoende haalt, moet hij dan herkansen?
Eén keuzedeel mag worden afgesloten met een 4. Gemiddeld moeten de keuzedelen op een 6 uitkomen om te kunnen diplomeren.

Als een student wil herkansen, is er dan een nieuw examen nodig?
De PvB-presentatie kan met hetzelfde examenformulier herkanst worden. Er is geen tweede versie nodig omdat het examen in feite bestaat uit een ‘kader’ dat door de student zelf wordt ingevuld. Herkansing van het schriftelijk examen vraagt wel om een tweede versie.

Wanneer telt het resultaat van een keuzedeel mee in de zak/slaagbeslissing?
De resultaten tellen mee vanaf cohort 2020-21.

Als ik meerdere exameneenheden gebruik om te examineren, hoe bereken ik dan het eindresultaat?
De berekening staat in het examenplan. Het examenplan is onderdeel van de docentenhandleiding.

De docentenhandleiding kan je hier aanvragen.

Hoe wordt het cijfer van de keuzedelen op het diploma berekend?
Hiervoor gaat de volgende compensatieregeling gelden:

  • het gemiddelde van de examenresultaten van de keuzedelen moet tenminste een 6 of ‘voldoende’ zijn;
  • voor minimaal de helft van de keuzedelen moet het resultaat tenminste een 6 of ‘voldoende’ zijn;
  • Een keuzedeelresultaat mag nooit lager dan een 4 of ‘onvoldoende’ zijn.

De compensatieregeling maakt het dus mogelijk om het diploma te behalen als niet voor ieder keuzedeel van de opleiding tenminste een 6 of tenminste ‘voldoende’ is behaald. Als de opleiding een verplichting heeft van slechts één keuzedeel, dan moet hiervoor ten minste een 6 of ‘voldoende’ zijn behaald.

De omvang van een keuzedeel wordt niet meegewogen in de berekening van het gemiddelde.

Voor het berekenen van het gemiddelde kun je zelf bepalen om met afgeronde of niet afgeronde resultaten per keuzedeel te rekenen; dit zolang dat is vastgelegd in het OER en het voor alle studenten hetzelfde is.

Hoe kan dat gemiddelde worden berekend als gekozen is voor een waarderingsschaal in woorden of O-V-G?
Daarvoor kan onderstaande omzettingstabel worden gebruikt.

 

Woord Cijfer O-V-G
Uitmuntend 10
Zeer goed 9
Goed 8 G
Ruim voldoende 7
Voldoende 6 V
Bijna voldoende/matig 5
Onvoldoende 4 O
Ruim onvoldoende 3
Slecht 2
Zeer slecht 1

Welke beoordelingsschaal kan ik het beste gebruiken bij het examen?
Een beoordelingsschaal in cijfers geeft de meeste mogelijkheden tot compenseren, zie hiervoor ook de antwoorden bij de voorgaande vragen.

Meer informatie?

Staat jouw vraag hier niet bij?
Wil je van gedachten wisselen?

Bel Gerard Aaftink via 06 10168646.
Of stuur een mail naar info@dwvdo.nl

Recente berichten

Laat een reactie achter

1 + achttien =

0