in Algemeen, Inspiratie, Keuzedelen

Visualiseren is een krachtige methode om te leren. Veel trainers en coaches passen het succesvol toe. In het onderwijs wordt visualiseren veel minder vaak ingezet. Maar waarom zou je visualiseren niet in je onderwijs gebruiken, bijvoorbeeld bij Ondernemend Gedrag? Met visualisatie maak je verbeeldingskracht onderdeel van je onderwijs.

Visualiseren helpt je om je doel te realiseren. Je werkt toe naar een doel dat je wilt bereiken. Je leeft je helemaal in. Ook al is dat doel nog ver weg en moet je er nog veel voor doen. Alle aspecten van je doel en de weg er naar toe bedenk je. Je bedenkt ook wat het effect is als je het hebt gedaan: wat is het effect voor jou en wat is het effect voor je omgeving?

Bij visualiseren gaat het erom dat je je zo concreet mogelijk een beeld vormt van alle aspecten. Van alle aspecten vorm je een beeld, je leeft je in en je voelt het er ook bij. Het gaat over het resultaat en de weg ernaar toe. Je wordt het door het te zijn.

Het is het vertalen van je gedachten, je wensen, je dromen, je ambitie om je doel in beeld te brengen. “In beeld brengen” wordt ook letterlijk bedoeld. Dat kan in de vorm van bijvoorbeeld een tekening, een kaart, een collage of een mood board. En op een veel modernere manier via virtual reality en mixed reallity.

Een voorbeeld van visualiseren

Hoe visualiseren werkt wordt duidelijk aan de hand van een voorbeeld.

Iemand is ontevreden over zijn huidige werk. Hij vraagt zich af: doe ik nog het juiste werk? De dingen die hij doet zijn oké, maar niet inspirerend. Hij kan veel meer dan hij nu moet laten zien in zijn dagelijks werk. Jammer dat hij niet al zijn kennis en vaardigheden in kan zetten. De motivatie ebt weg.

De startvraag bij visualisatie kan dan zijn: “denk je in dat je 67 jaar bent, en met pensioen gaat. Al je collega’s zijn er, je leidinggevenden en je klanten. Iedereen mag je toespreken. Wat zou je willen dat ze dan tegen je zeggen? Je mag hen ook toespreken. Wat zou je hen willen zeggen? Wat zou je bereikt willen hebben?”

Dan komt de vervolgvraag. Wat kan je doen om dat te bereiken? Welke stappen moet je hierbij zetten? Wat moet je bijleren en ook: wat moet je afleren? Welke omgeving past hierbij? Welke mensen kunnen je helpen om je doel te bereiken? Als je hier over nadenkt en met andere mensen over spreekt, wat maakt dat bij je los?

Het visualiseren van deze situatie geeft je het antwoord op je vraag: doe ik nog het juiste werk?

Hoe visualiseren werkt

De werking van visualisatie is onderzocht, onder meer met hersenonderzoek. Het blijkt dat visualisatie van een handeling dezelfde hersengebieden stimuleert als het daadwerkelijk uitvoeren van die handeling.

Wanneer je je succes inbeeldt, bijvoorbeeld het beeld van je partner die blij is met je appeltaart, en op basis hiervan aan de slag gaat wordt je beloningssysteem gestimuleerd. Dat geeft een goed gevoel en de motivatie om toch vooral door te gaan. Het omgekeerde werkt ook: als je je inbeeldt dat het “toch weer niets wordt” verlies je je motivatie en kan je verdrietig worden.

Visualiseren omvat dus je wens, je actie en je resultaat, maar ook het effect op de omgeving.

Visualiseren toepassen in het onderwijs

Visualiseren is een mentaal proces. Het zorgt ervoor dat je een beeld hebt in je hoofd. Dit beeld kun je vervolgens verder uitwerken en verfijnen. Met virtual reality en met mixed reality wordt dit effect zelfs versterkt.

Hieronder staat een praktische opzet van visualiseren. Het zijn vragen die je als docent aan je studenten kunt stellen. De antwoorden op deze vragen kunnen studenten weergeven in de vorm van bijvoorbeeld een tekening, een kaart, een collage of een mood board.

Een voorbeeld: je vraagt een student zijn loopbaan te visualiseren. De visualisatie gaat van globaal naar specifiek. In dit voorbeeld wordt verwezen naar de methode Ondernemend Gedrag.

  1. Hoe ziet in je ideale werk de omgeving eruit? Werk je binnen in een kantoor, of in een winkel? Of werk je buiten? Als je binnenshuis werkt, hoe ziet die ruimte eruit? En als je buiten werkt, hoe ziet je omgeving eruit?
  2. Wat doe je op deze werkplek? Ben je veel op deze werkplek? Of reis je veel? Wat ben je er aan het doen? Welke activiteiten verricht je? Zie onder meer hoofdstuk 1 en 2.
  3. Welke verantwoordelijkheden heb je? Werk je voor een grote of voor een kleine onderneming of werk je voor jezelf? Geef je leiding? En zo ja, aan veel of aan weinig mensen? Zie ook hoofdstuk 2.
  4. Werk je veel met klanten? Hoe zou je je klanten beschrijven? Zie ook hoofdstuk 1.
  5. Welke vaardigheden gebruik je en wil je ontwikkelen in je ideale werk? Welke uitdagingen kom je tegen die maken dat je jouw talenten zo volledig mogelijk kunt ontplooien? Zie onder meer hoofdstukken 3 tot en met 8.
  6. Met wat voor mensen werk je samen? Als collega’s, als leidinggevenden? Zie ook hoofdstuk 6.
  7. Hoe word je werk een succes? Wat maakt dat je dit werk leuk vindt?
  8. Maak een concreet uitgewerkt actieplan om je ideale werk te realiseren. Zorg dat je niet blijft hangen in ideeën in je hoofd. Breng in kaart wat je moet doen en maak een planning zodat je weet wat je volgende stap is. Zie ook Deel C.

Deze stappen hoef je niet alleen aan het begin te zetten. Integendeel: het is erg nuttig om dit bijvoorbeeld ook halverwege en aan het eind van je programma in te zetten.

Visualiseren is concreet maken

Bij visualiseren denken mensen aan iets zweverigs. Maar dat is het beslist niet. Door bij het visualiseren door te vragen en te vragen naar praktisch uitwerken wordt een visualisatie heel concreet. Met virtual reality en met mixed reality wordt visualiseren als onderdeel van het leerproces veel concreter. Daarover een volgende blog.

Met visualisatie maak je verbeeldingskracht onderdeel van je onderwijs.

Recente berichten

Laat een reactie achter

drie × twee =

0