in Algemeen, Marketing en promotie, Ondernemend gedrag, Ondernemend onderwijs, Ondernemerschap

Netwerken wordt steeds belangrijker om een contract of een opdracht te krijgen. De vraag is: hoe bereid je studenten daarop voor? Hoe geef je les over het onderwerp netwerken? We krijgen deze vraag regelmatig, voor studenten maar ook voor docenten. Daarom besteden we in deze blog aandacht aan lesgeven over netwerken, vooral met praktische voorbeelden. 

Soms lijkt netwerken wel een hype; zo veel en vaak ook ingewikkeld wordt er over netwerken gesproken en geschreven. Toch is netwerken niets bijzonders. We doen het ons hele leven al. Netwerken is niets anders dan informatie uitwisselen, advies geven en vaak ook advies krijgen. 

Desondanks zijn veel mensen bang om mensen “lastig” te vallen voor een netwerkgesprek. Dat geldt zeker voor studenten! Vooral bij ondernemend gedrag, innovatie, duurzaamheid en ondernemerschap gericht aandacht te besteden aan netwerken. Daarbij gaat het om doelgericht netwerken: netwerken gericht op een te behalen doel. 

Netwerken heeft een doel 

Bij netwerken denken veel mensen aan het bezoeken van bijeenkomsten en borrels. Dat is ook een vorm van netwerken, maar niet de vorm die ik hier bedoel. 

Netwerken heeft, per definitie, een doel. Dat doel is bijvoorbeeld het bespreken van je project of een bedrijfsidee. Netwerken: 

  • kan leiden tot nuttige contacten. 
  • onderhoudt een relatie. 
  • zorgt voor informatie of een doorverwijzing. 

Meer informatie vind je vanaf pagina 29 van Proeven van Ondernemerschap, en vanaf pagina 81 van De Kern van Ondernemen. Ook bij Ondernemend Gedrag, Duurzaamheid en bij Inspelen op Innovatie is netwerken een belangrijk instrument. 

In de les 

Hieronder volgen een aantal praktische werkvormen over netwerken, die je in de les kan inzetten. 

Film 

Een leuke start met het onderwerp “netwerken” is het filmpje Netwerken voor Beginners, van EnterpriseMe TV, op Youtube. Deze film gaat vooral in op “gezellig” netwerken, en minder op doelgericht netwerken. Het brengt verschillende onderdelen van netwerken in beeld. 

Suggestie om deze film in de les te gebruiken: 

  • Bekijk de gehele film van vier minuten met de hele groep, in zijn geheel. 
  • Verzamel en bespreek eerst reacties. 
  • De film bevat verschillende onderdelen. Laat twee onderdelen nogmaals zien, en bespreek deze. Wat zie je, wat gebeurt er? Hoe doe jij het? 

De Bijenkorf 

De bijenkorf is een groepsoefening. Doel van de oefening is om je vraag gericht, kort en bondig te formuleren, en om zo snel mogelijk zinvolle reacties te vergaren. Wie na 5 minuten de meeste zinvolle reacties heeft, heeft gewonnen! 

Opzet: 

  • Iedere student schrijft zijn vraag zo concreet mogelijk op. Voorbeeld: op 15 maart heb ik een feest. Ik zoek iemand die me voor die tijd kan leren Salsa-dansen. Maak 10 briefjes met die vraag. 
  • Laat de studenten rondlopen, elkaar aanspreken, vragen stellen. Eerst stelt de een de vraag, dan de ander. 
  • Als je een tip of suggestie hebt, schrijf dit op het briefje en geef het terug aan de vrager. 
  • Stop na vijf minuten. Wie de meeste zinvolle reacties heeft, heeft gewonnen. 

Gesprek voeren 

Studenten vieren een echt gesprek, in drietallen. Voorbeeld: voor mijn studentbedrijf zoek ik advies over het inzetten van social media. Heb jij daarbij ervaring? Weet jij iemand die me kan helpen?  

Een student stelt zijn vooraf beschreven vraag, de ander gaat in op de vraag. De derde persoon observeert. 

Opzet: 

  • Stel je vraag, de ander reageert. Geen rollenspel, ga echt in op de vraag. Denk mee.  
  • De derde persoon observeert, schrijft op wat hij ziet. 
  • Na twee minuten stoppen en bespreken. Eerst de vragensteller, dan de gesprekspartner en de observant als laatste. Bespreek maximaal twee minuten. 
  • Wissel daarna van rol. Doe dit nog een keer, zodat iedereen een vraag heeft kunnen stellen. 

Soms hoor ik docenten zeggen: “mijn studenten kunnen dit niet”. Dat is onzin. Het is wel een moeilijke oefening die zowel een gerichte vraag als concentratie en aandacht vraagt. Ook volwassenen vinden dit vaak lastig. Zorg voor een serieuze maar ontspannen sfeer. 

Telefonische afspraak 

Dit is de moeilijkste oefening! Een student heeft een vraag en wil met iemand een afspraak maken om zijn vraag te bespreken. Voorbeeld: ik heb een briljant idee om muffins te verkopen. Wil je met mij praten over mijn idee? Misschien kan je me adviseren of doorverwijzen?   

Doel van het telefoongesprek is om een datum, tijd en locatie af te spreken. Het is niet toegestaan de vraag telefonisch te bespreken. 

Opzet: 

  • Studenten beschrijven het onderwerp dat ze willen bespreken. Ze bedenken met wie ze een afspraak willen maken. 
  • Zet 2 stoelen ruggelings naast elkaar, bij voorkeur met enige meters afstand. Ruggelings is belangrijk, wat de deelnemers mogen elkaar bij deze oefening niet zien. 
  • Student 1 belt, student 2 neemt op. 
  • Student 1 legt uit waarom hij belt, en probeert een afspraak te maken. 
  • Student 2 reageert naturel en gaat in op wat hij hoort. Als hij overtuigd is maakt hij een afspraak. Als hij niet overtuigd is komt er geen afspraak. 
  • Stop na een à twee minuten. 
  • Is het gelukt een afspraak te maken? 
  • Bespreek wat er is gebeurd; eerst de vrager, dan de beantwoorder, dan de groep. Bespreek ook wat de beantwoorder voelde: wat maakte dat hij wel/niet overtuigd was? 

Meer weten? 

Dit zijn een paar werkvormen die je in kunt zetten in je onderwijs over netwerken. Meer informatie over netwerken vind je in Proeven van Ondernemerschap, vanaf bladzijde 29, en in De Kern van Ondernemen vanaf bladzijde 81. 

Je kan ook bellen of mailen: 06 10618646 en info@dwvdo.nl.

Recente berichten

Laat een reactie achter

achttien − 2 =

0