Ondernemend gedrag is het meest gekozen keuzedeel. En terecht, want de samenleving zit dringend verlegen om mensen die zich op een ondernemende manier gedragen. Aan het grote succes van dit keuzedeel kleven ook nadelen. Een van de nadelen is de steeds meer industriële opzet van het onderwijs. Daarmee wordt ondernemend gedrag niet ontwikkeld, maar juist tegen gewerkt!
De directie van een zeer groot ROC heeft de ambitie om het onderwijs van het keuzedeel Ondernemend Gedrag te “stroomlijnen”. Studenten binnen alle opleidingen kiezen ervoor. Dit geldt voor zowel niveau 1-2 als voor niveau 3-4. Elke opleiding richt het onderwijs op zijn eigen manier in, naar inzicht van de docenten en met zelf gekozen leermiddelen. Dat moet efficiënter kunnen, is de gedachte van de leiding.
Met dat doel is een stuurgroep benoemd. Deze stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van alle opleidingen en gaat in overleg met het bedrijfsleven. Doelstelling is om ondernemend gedrag binnen het hele ROC te standaardiseren: op één en de zelfde manier aan bieden, met de zelfde methode en vooral efficiënt. Een industriële opzet, dus.
Industriële opzet
Deze industriële opzet bevat twee belangrijke componenten: de inzet van computers en het werken met een “centre of competence”.
Het werken met computers voor ondernemend gedrag is niet nieuw. De afgelopen vijf jaar is daar veel ervaring mee opgebouwd. Opvallend is dat steeds meer docenten juist afscheid nemen van de computer, en de studenten zeker. Ondernemend gedrag leer je niet individueel achter een computer, maar door samen te werken in de beroepspraktijk, is de breed gedragen ervaring. Een praktisch boek werkt vele malen beter dan een computer.
Ook centres of competence zijn niet nieuw. De gedachte erachter is dat je kennis en ervaring centraal opbouwt, zodat niet elke docent zich in het onderwerp hoeft te verdiepen. Helaas blijkt deze aanpak in de praktijk niet te werken. Dit bleek onder meer in ons onderzoek naar centres of competence op het gebied van ondernemerschap, in 2014. De afstand van de centres tot de lesvloer bleek te groot. Opleidingen moesten uiteindelijk toch zelf de lesstof kiezen en vormgeven.
Ruimte voor de student
Het opvallende is dat in de genoemde plannen de student geen rol speelt. Aan “het bedrijfsleven” wordt wel een rol toebedeeld. Van deze partijen is weinig te verwachten, vrees ik. Veel bedrijven worstelen met de verandering van de markt, waardoor verdienmodellen veranderen. Veel grote bedrijven en winkelketens vallen om omdat ze niet goed hebben ingespeeld op de veranderen markt.
Hoezo zouden deze bedrijven richtinggevend kunnen zijn voor de invulling van ondernemend gedrag, als ze daar bij hun eigen processen al grote moeite mee hebben?
Voor het onderwijs is het veel belangrijker dat studenten wordt geleerd zelfstandig een mening te vormen, samen te werken en in zijn beroepspraktijk zelfstandig te functioneren. Ondernemend gedrag is daarbij een essentieel onderdeel. Laat de student daarbij vooral zijn eigen gedrag ontwikkelen, bijvoorbeeld met projecten in de beroepspraktijk.
De docent bepaalt het succes
De gedachte dat ondernemend gedrag een generiek vak is dat op een gestandaardiseerde manier kan worden ingevuld is een elementaire fout. Ondernemend gedrag verschilt per sector. Ondernemend gedrag is de retail verschilt sterk van dat in de zorg. Het verschil uit zich in de benadering van de klant.
In de retail is een actieve klantbenadering gewenst, gericht op het verwerven van omzet. In de zorg is dit gedrag juist ongewenst. In de zorg wordt veel gewerkt met zelfsturende teams. Voor medewerkers in de zorg is goed ontwikkeld ondernemend gedrag essentieel.
Ondernemend gedrag verschilt per sector, en per persoon. Onderwijs op het gebied van ondernemend gedrag is daarom meer maatwerk waarbij de student zelf stuurt. De docent begeleidt dit proces, legt verbinding met de (toekomstige) beroepspraktijk en heeft een goed gevulde anekdoterommel met praktische voorbeelden
De docent is belangrijk als steun, maar uiteindelijk doet de student het toch zelf. Haal hem achter de computer vandaan en geef hem de ruimte om zijn eigen ondernemend gedrag te ontwikkelen.
PS
In de tekst verwijs ik naar het onderzoek “Ondernemend Onderwijs op het kantelpunt”.
Als je belangstelling hebt kan je het rapport hier opvragen.